19 - 04 - 2021 - Op de Weegschaal van de Tijd
XXXIII Jan Pieter Dykstra Hzn
Gelukkig hebben velen de gruwelijke periode van verplichte tewerkstelling overleefd. Roelof Ybema uit Workum, als Frontarbeiter in Letland bij de Koerlandkessel ingezet, keerde na de bevrijding en aansluitend langdurig verblijf in een Russisch kamp in de Oeral eind 1945 terug ín Workum. Ook zijn vríend Hilbert de Groot uit Ferwoude werd in Letland ingezet als dwangarbeider. Hij slaagde erin het kamp bij Riga te ontvluchten en veilig in Ferwoude terug te keren, maar dook toen - begrijpelijk - tot het eind van de oorlog onder. Beiden boekstaafden hun belevenissen in boekvorm, respectievelijk 'Dwangarbeider tussen twee fronten' en' Geheim Transport.'
De Workumer Arjen Bouwsma, geboren 6 october 1917, verdween eveneens naar werkkampen o.a. in Saarlautern, Sachsen, Dresden en Bremen. Hij, schilder van beroep, kon in zijn vak blijven, maar het waren lange dagen en het eten was niet van veel betekenis.
In april 1943 was hij in Dresden bij schildersbedrijf Beyer & Co., Malereibetrieb. Tijdens zijn verplichte tewerkstelling in Bremen mocht hij een keer naar huis om de begrafenis van zijn vader, die was overleden, bij te wonen. Het werd met Duitse Gründlichkeit geregistreerd op Urlaubsschein nr. 261425. Grund des Urlaubs: Heimatsurlaub - Sterbefall. Der Urlauber ist verpflichtet, nach Beendigung des Urlaubs die Arbeit in unserem Betrieb wiederafzunehmen; de datum was 30.6.1943.
Toen de werf, waarbij tewerk was gesteld, werd gebombardeerd en ze de daaruit ontstane branden met een keten van emmers water probeerden te blussen, kreeg hij van een lotgenoot, Lolke IJlstra (eveneens schilder) ook uit Workum en bij toeval daar ontmoet, te horen: 'Arjen, ik moat dalíks eefkes pisje, en do ek.' Ze namen de benen en keerden heelhuids in Workum terug. Hij had gaten in de voeten, veel haaruitval en ook nog schurft opgelopen, allemaal gevolgen van ondervoeding.
Na de oorlog waren de problemen nog niet voorbij. Toen hij bij de Spoorwegen solliciteerde werd hij niet aangenomen, want hij was in Duitsland geweest om te werken. De tweede poging om bij het gevangeniswezen als gevangenbewaarder te werken, strandde om dezelfde reden.
Verzetsmensen vonden ook dat het een 'misse zet' was geweest, dat verblijf in Duitsland. Bouwsma voerde aan dat hij door de Nederlandse politie van huis was gehaald en verplicht erheen was gestuurd, ook onder de aansporing van een plaatselijke agent: 'Ga maar, want anders lopen anderen gevaar.' Het mocht niet baten. Bovendien waren er ambtenaren, die dat zegje hadden gebruikt, die nu het lef hadden te vragen: 'Waarom ben je niet ondergedoken!'
Begrijpelijk dat veel mannen door die zienswijze en daaraan gelieerde behandeling gefrustreerd raakten. Hij werd weer schilder in het van zijn vader overgenomen bedrijf, samen met broer Eeuwke. Bron: workumer krant FRISO
<< Terug
|