17 - 10 - 2020 - Op de weegschaal van de Tijd
XI Jan Pieter Dykstra Hzn
Hendrik Kuiper, geboren 31.10.1885, was veehouder in It Heidenskip, oostelijk van Workum. Hij werd op 16.06.1943 door de beruchte Fransoos Exaverius Lammers, afkomstig uit Bolsward, opgepakt, beschuldigd namelijk van onderdak bieden aan onderduikers en het luisteren naar de Engelse zender. Een van die onderduikers zou de oorzaak zijn van de arrestatie van Kuiper, want die was aangehouden en had een adresboekje waarin ook Kuiper voorkwam. Hoewel hij enige maanden eerder onderdak had verleend aan een Duitse piloot, vermoedelijk Erich Brühnke, die met een Focke Wulf in It Heidenskip was gecrasht, kreeg hij van de rechter te horen: twee jaar en drie maanden gevangenisstraf, tevens verbeurdverklaring van de radio of 1000 gulden boete, of twee maanden extra het gevang in.
Het toen beruchte Huis van Bewaring in Leeuwarden werd eerst zijn domicilie, maar op 3 september volgde transport naar Utrecht en bijna een maand later naar Kleef (Duitsland). Na een week volgde verder transport naar Essen en Bochum. Daar verbleef hij 5 weken. In november verplaatsten ze hem naar het kamp Wesseling bij Siegburg.
Daar werkte hij in de keuken, schreef hij op 12.8.1944 naar huis. Toen kwam hij in Kassel en daarna al snel in Frankfurt a/d Main. Tot ongeveer 20 maart 1945 zijn er verklaringen van medegevangenen, dat hij nog in redelijke gezondheid verkeerde. Toen werd hij door het oprukken van de geallieerde legers naar het oostelijker gelegen Bamberg verplaatst, beroemd om het vroeg middeleeuwse ruiterstandbeeld in de kathedraal. Een NSB-er uit Heemstede die in september 1945 in Erfurt, toen al Russische zone, was verklaarde hem daar nog te hebben gezien. Kuiper was nl. een enigszins opvallende persoon, hij had een spraakgebrek en sprak gesticulerend. Vanaf daar loopt het spoor dood. De officiële instanties hebben zijn overlijden bepaald op 29 april 1945.
Vermoed wordt dat Kuiper op zijn laatste reis is doodgeschoten, wellicht omdat hij lichamelijk niet meer mee kon komen en dus een last werd voor de Duitsers.
Zijn weduwe Neeltje Westra bleef tot 1967 op de boerderij, gelegen bijna aan de monding van de Fluessen, waar zomers zeilkampen werden georganiseerd met onder de deelnemers de prinsessen Beatrix en Irene.
Bron: workumer kant FRISO
<< Terug
|