01 - 03 - 2011 - Beste seizoenstart Jopie-museum
Albert Schootstra
Het mag dan zo zijn dat de huidige recessie ook - en misschien wel juist - sporen achterlaat in de wereld van kunst en cultuur, het Jopie Huisman Museum in Workum is zaterdag vol vuur begonnen aan het nieuwe (toeristen)seizoen. Het museum heeft de wind duidelijk in de zeilen en bovendien is het ook nog eens zo dat het helemaal zonder subsidie draait. En wat je nooit gehad hebt mis je natuurlijk - kort door de bocht gezegd - ook niet. Maar hoe dat zij, zaterdag werd door het museum, en wat is dat een belangrijke 'aanjager' van de Workumer economie, eigenlijk op drie fronten afgetrapt voor weer een seizoen. De vereniging Vrienden van het Jopie Huisman Museum hield haar jaarvergadering in een bomvolle grote zaal van de Klameare, de nieuwe museummanager, Zwier Kroese (60), werd gepresenteerd en tenslotte werd de tentoonstelling Schoonheid van de Soberheid, met als ondertitel Landschappen van Jopie Huisman, geopend. Tussen alles door werd ook nog stilgestaan bij het 25-jarig bestaan van het Jopie Huisman Museum dat van 1986 tot 1992 onderdak vond in het Sleeswyckhuys aan het Noard en dat sinds het laatstgenoemde jaar is gehuisvest in een speciaal gebouwd museum tegenover de eerste locatie. Tenslotte werd ook nog afscheid genomen van museummanager Jan Stedehouder die met pensioen gaat.
De opening van de tentoonstelling was echt een gebeurtenis op zichzelf die helemaal aansloot bij de sfeer die het museum zo eigen is. Een sfeer trouwens die ook gistermorgen door de scheidende museummanager Jan Stedehouder nog naar voren werd gebracht als een van de opvallendste kenmerken van het museum. Stedehouder deed dat in een interview voor Omrop
Fryslân radio dat hem weerhield van zijn voornemen om op de eerste morgen van zijn pensioen eens uit te slapen. Stedehouder leek er niet rouwig om te zijn en bracht `zijn' museum weer naar voren op de manier die iedereen van hem kent: vol vuur en passie en met een aanstekelijk enthousiasme. Jan van der Meer, de eerste burgemeester van de gemeente Nijefurd én de eerste voorzitter van de Stichting Jopie Huisman Museum, viel de eer te beurt de openingstoespraak bij de start van de expositie te mogen houden. "Wie met Jopie te maken heeft gehad, die komt daar nooit meer los van," aldus de oud-voorzitter. Hij ging in op de boeiende ontstaansgeschiedenis van het Jopie Huisman Museum. De oude, en per 1 januari 1984 opgeheven, gemeente Workum had nog een 'potje' met 25.000 gulden dat bestemd was voor een speciaal museum met het werk van Jopie Huisman. Toen de nieuwe gemeente Nijefurd de eerst kinderziekten had overwonnen en redelijk op de rails stond, begonnen vooral gemeenteraadsleden die hun wortels hadden in de 'oude' Workumer raad er steeds meer op aan te dringen eens wat met dit potje te doen. Van der Meer en Jopie Huisman bleken elkaar goed te liggen, zo vertelde de eerste. Ook roemde hij wijlen wethouder Andries de Jong die een van de belangrijkste motoren was achter het idee om het gereserveerde geld nu ook daadwerkelijk voor een museum te gebruiken. Maar met 25.000 `oude' guldens begin je natuurlijk niet zo veel, aldus Van der Meer. Welnu, het kwam allemaal goed. De stichtingsvorm werd gekozen zodat de werken van Jopie Huisman niet hoefden te worden gekocht maar `slechts' statutair te worden beheerd en geëxposeerd, de Stichting Hendrik de Keyser was bereid het Sleeswyckhuys voor minimaal vijf jaar te verhuren, enzovoorts.
Toen was er nog geld tekort en werd de vereniging Vrienden van het Jopie Huisman Museum in het leven geroepen. "Dit was eerst een noodsprong maar bleek later een gouden greep," zo vertelde Van der Meer.
Ook Pepy Huisman, zoon van Jopie, voerde nog kort het woord. Hij richtte zich vooral op de nieuwe expositie op zichzelf en op de werken die daar te bezichtigen zijn. Hij noemde in dat kader met nadruk de elementen `grond', 'aarde' en 'landschap'. "Het is een heel gewoon thema," aldus Huisman jr., "het is eigenlijk niks en toch ook weer alles." Het heeft te maken met de wereld om ons heen, de Holle Mar, de Workumerwaard, It Heidenskip. Het heeft ook te maken met de mensen om ons heen in dit prachtige stuk Friesland. Maar het heeft ook wat van doen met het met beide benen op en in de (vaak modderige) grond staan. "Dóe het dan ook met de mensen om je heen," zo luidde de oproep van Pepy Huisman. Hij maakte trouwens ook bekend dat historisch en letterkundig centrum Tresoar "nog een hele mooie deken over ons heen zal leggen." Over het hoe en wat kon hij nog niets zeggen, maar dat het jubileumjaar niet onopgemerkt voorbij zal gaan, dat staat wel vast. Vervolgens werd een prachtig schilderij van `onze eigen' Henk de Boer, waarin hij in het museum zelf vlak voor de opening nog de laatste hand legde, door twee 'standbeelden' terzijde geschoven en konden Jan van der Meer, Jan Stedehouder en Zwier Kroese de ruimte betreden waarin de zomerexpositie te zien is. Achter de `standbeelden' bleken zich Werner en Afke uit Arnhem te verschuilen; Afke is trouwens geen Friezin al zou je dat wel denken als je haar naam hoort. Arnhem is een stad waar de kunst van de 'levende standbeelden' hoog staat aangeschreven en wordt gepraktiseerd en in het museum bleek duidelijk waarom dat zo is: bij het binnenkomen van de ruimte (en ook nog lang daarna) dacht je werkelijk dat er 'echte' standbeelden waren neergezet.
Zwier Kroese uit Nes - bij Akkrum - heeft eigenlijk zijn hele leven in de wereld van het ondersteunen en versterken van `merken' gezeten. Hij, van oorsprong een Drent maar getrouwd met een uit Grou afkomstige Friezin, deed dat alom in den lande en vanaf diverse bases, zoals vanuit de Randstad en vanuit Hoevelaken Merken als Libris, Robeco en Van Lanschot (om maar een kleine greep te doen) had hij onder zijn beroepsmatige hoede. De laatste zeven jaar voordat hij - anderhalf jaar geleden - voor zichzelf begon was hij directeur communicatie bij de Friesland Bank. Hij brengt zijn functie als museummanager bij het Jopie Huisman in feite onder bij zijn eigen bedrijf, zo vertelde hij. Tijdens de jaarvergadering van de vereniging Vrienden van het Jopie Huisman Museum vertelde de voorzitter, Betske Salverda, dat er meer dan 250 aanmeldingen voor deze bijeenkomst bij de vereniging waren binnengekomen. "De opkomst hier en uw trouwheil maken duidelijk hoe springlevend het museum en de vriendenkring zijn," zo zei ze bij de opening van de vergadering. "We kunnen verder en hoeven niet te blijven hangen in nostalgie." Ze deelde mee dat de excursie van de vrienden dit jaar op 25 juni naar de Holle Mar gaat waar het locatietoneel Ald izer' van de hand van de Workumer kunstenaar Henk de Boer te zien zal zijn.
Omdat er al zo veel aanmeldingen zijn is er een extra voorstellingsavond gepland op de dag
ervoor, 24 juni dus, aldus Betske Salverda. Secretaris Hiltsje Zijlstra wees er nog eens op dat de vriendenkring ongeveer 2800 leden telt en dat het museum vorig jaar ruim 51.000 bezoekers binnen zijn muren mocht begroeten. Penningmeester Jan Kuipers liet zich wat zorgelijker uit en dat had wellicht te maken met de in de aanhef even aangestipte recessie. De neergaande trend in het ledenaantal van de vriendenclub moet namelijk worden omgebogen om de doelstelling, "jaarlijks 20.000 euro bij elkaar te harken en naar het museum te sturen," te kunnen blijven halen. Het ledenaantal zou naar de vierduizend moeten en de penningmeester had een prachtige ballade gemaakt die hij zingend ter vergadering liet horen en waarin ook werd gesteld "dat vierduizend is waarop we mikken."
Jan Stedehouder stelde "dat we de weg omhoog weer hebben teruggevonden." Hij memoreerde dat het museum de afgelopen kwart eeuw twee miljoen bezoekers heeft getrokken. Het museum probeert momenteel een groep ondernemers (het 'ondernemersatelier') aan zich te binden en "we verwachten dat dat gaat lukken," aldus de scheidende museummanager. Naast dit `ondernemersatelier' is er ook nog de zogenaamde visclub van niet onvermogende lieden die het museum financieel terzijde staat. Enfin, elf bijzondere Nederlanders en evenzoveel ondernemers zetten zich in voor het Jopie Huisman Museum. Dat Jan Stedehouder zeer wordt gewaardeerd bleek wel uit de woorden van Betske Salverda ("We waren allemaal heel blij met Jan") en Zwier Kroese. Tenslotte werden nog de vrijwilligers die zich al vijfentwintig jaar inzetten voor het museum in de bloemetjes gezet - ze zijn al eerder geëerd met een speciale Jopie Huismanpenning - en konden de vrienden zich tegoed doen aan een heerlijke broodjeslunch in de Klameare. Onder de sfeervolle begeleiding van de Dixieland Crackerjacks uit Garyp ging het daarna naar het museum om de opening van de tentoonstelling mee te maken.

foto: Henk Gorter
<< Terug
|