14 - 06 - 2020 - Inrichting expo Tweede Wereldoorlog vordert
Museum krijgt ‘nijsgjirrige’ objecten
Jan Pieter Dykstra
Ondanks de beperkingen die ons door de huidige ‘Twa-Warkumer-jelnen-maatschappij’ zijn opgelegd in verband met het coronavirus gaat de aanpassing van het voormalige gemeentehuis voor wat betreft de inrichting van de expositie over de Tweede Wereldoorlog gestaag door. Helaas zal men nog even moeten wachten voordat het resultaat van alle inspanningen te zien zal zijn. Maar, geachte lezer, wat in het vat zit verzuurt niet, dus verheug u alvast.
 Het 'bonbonschaaltje 'in kwestie
|
In dat kader kreeg Museum Warkums Erfskip onlangs een ‘nijsgjirrich’ voorwerpaangeboden, dat zo op het eerste gezicht iets weg heeft van een bonbon- of koekjes presenteerschaaltje. Het is circa 18 centimeter lang, ruim 11 cm breed en 4 cm hoog, aluminiumkleurig en ook van dat metaal gemaakt. Het oppervlak is geheel gehamerd en de bovenrand licht gekarteld. Om goed op tafel te kunnen staan is er ongeveer in het midden een ‘deuk’ in gemaakt, zodat het redelijk stabiel staat. Het object is afkomstig uit de familie van Ynze de Boer, de man die jarenlang als ‘frachtrider’ een beurtdienst uitbaatte. Het ‘singeliere’ aan dit object is dat het, zo wil de geschiedenis, afkomstig is van de Lancasterbommenwerper die in de nacht van 4 op 5 mei 1943 een noodlanding maakte in het Warkumer Nijlân, ter hoogte van het huidige viaduct in de N359, zuidelijk van de stad.
Er gaan geruchten dat het stukje aluminium gevonden is in de nabijheid van het station. Volgens het verslag van deze rampvlucht in het boek van Jan J. van der Veer, ‘De luchtoorlog boven Zuidwest-Friesland’, koos de piloot van de RAF, Nicholas J. Stanford (uit Rhodesië), toen hij boven het IJsselmeer werd aangeschoten en het toestel in brand raakte door de aanval van Oberleutnant Lothar Linke van Fliegerhorst Leeuwarden, ervoor om op land een noodlanding te maken. Hij vloog terug naar de kust en verscheen, vertellen ooggetuigen, met brullende, brandende motoren boven onze stad. Volgens dat verslag heeft hij in de buurt van het station de koers verlegd naar het westen, maar het Nijlân was net even te ver. Ongeveer boven Sathe Westerein van de familie Evert Dijkstra aan de Alddyk ontplofte de boel en stortte het toestel, na op een haar na genoemde sathe gemist te hebben, circa 100 meter verder neer. Op één na kwamen alle bemanningsleden om. Zij werden opgebaard in een nu niet meer bestaand gebouw achter het voormalige weeshuis aan het Noard. De begrafenis vond enkele dagen later plaats, waarbij de stoffelijke overschotten werden vervoerd met oude boerenwagens (haaiweinen), getrokken door volbloed Friese paarden. Een en ander was een eerbetoon aan deze kwartiermakers van onze vrijheid van onze toenmalige burgemeester Walle Melis Oppedijk van Veen, die overigens luttele dagen later door de Duitsers werd afgezet. Na de oorlog keerde hij hier nog enkele jaren terug als burgemeester voordat hij in gelijke functie in Tytsjerksteradiel werd benoemd. Ons stadspark bij Nij Mariënacker, waar toen het arbeidskamp was gevestigd van de Nederlandsche Arbeidsdienst, ‘It Romme Fjild’ geheten, is naar hem genoemd.
Ter hoogte van het station kan dus al materiaal van het brandende toestel naar beneden zijn gekomen. Het stuk metaal werd tot bonbonschaaltje omgetoverd door ‘onze’ plaatselijke carrosseriebouwer/koperslager Henk de Vries, die vele jaren als zodanig bij IJntema Carrosseriebouw werkzaam is geweest. De meeste bekendheid bij oudere Workumers geniet deze joviale persoon, veelal met een bolknak tussen de lippen, als dansleraar en muzikant.
Hij maakte deel uit van de nu legendarische Frisian Band. Op menig feest in Workum en verre omstreken was deze band populair. Jaap van der Zee, in het dagelijks leven werkzaam bij Gemeentewerken Workum, blies als een tweede Earl Bostic op de saxofoon, kruidenier Cees Bijlsma bespeelde à la John Woodhouse de accordeon, Wouter Yntema, werkzaam op de zuivelfabriek alhier, maar bekender als (ambulant) kelner en uitbater van het St. Jozefgebouw (nu Noardeinde) plukte als een evenknie van Ray Brown aan de snaren van de contrabas en de dansmeester kietelde, roffelde gelijk Gene Krupa de drums met stokken, of met de brushes.
Daarnaast werd er een oranjesjerp, lengte inclusief franje circa 135 centimeter, breed circa 12 cm, geschonken. Naar verluidt is deze sjerp tijdens de bevrijding van Workum op 16 april 1945 gedragen door mevrouw Ybema-Arnoldussen, de echtgenote van Jan S. Ybema. Wellicht heeft zij deze sjerp zelf gemaakt want ze was bijzonder ‘tûk’ met naald en draad. Jan Ybema was boer op de ouderlijke boerderij aan de weg naar Ferwoude, maar meer nog sportman; fietser, schaatser, marathonloper, zelfs als bokser heeft hij in de ring gestaan. Ybema was tevens onbezoldigd trainer van de toenmalige Workumer atleten – onder wie de destijds zeer bekende hardloper (middellange afstand) Cor Hunia, de man die decennia lang deze krant vol schreef – die vaak op vrijdagavond naar de boerderij kwamen en onder zijn leiding warmdraaiden; dan, door hem op de fiets begeleid, naar het kruispunt bij Ferwoude draafden met tussensprintjes et cetera en terug naar de boerderij. Einde oefening.
Roelof Ybema, de broer van Jan, werd als jongeman opgepakt door de Duitsers omdat men hem van verzetsdaden verdacht. Hij werd via Leeuwarden en Amersfoort afgevoerd naar Letland waar hij in kampen dwangarbeid moest verrichten. Toen de Duitsers capituleerden, kwam Roelof eigenlijk van de regen in de drup, want hij werd door de Sovjets naar de Oeral getransporteerd om daar opnieuw in een kamp tewerkgesteld te worden. Gelukkig lieten ze hem op een bepaald moment vrij en begon de thuisreis. Begin december 1945 stapte hij bij het station van Workum uit de stoomtrein en wandelde naar zijn ouderlijk huis aan het Noard, waar zijn vader bankier was van de Boerenleenbank. Van zijn wederwaardigheden maakte hij met behulp van zijn dagboekaantekeningen een zeer gedetailleerd en leesbaar verslag onder de titel ‘Dwangarbeider tussen twee fronten’. Aan deze tocht zal eveneens aandacht worden besteed in de tentoonstelling. Bron: workumer krant FRISO
<< Terug
|