22 - 07 - 2018 - Tsjerkepaad 2O18
Tsjerkepaad 2O18, St. Gertrudiskerk
Al een aantal jaren openen zomers in onze provincie 260 kerken op zaterdagen hun deuren voor bezoekers. Dat gebeurt in het kader van de actie TsjerkePaad. Kerken die meedoen zijn herkenbaar aan de speciaal hlervoor ontworpen en geïntroduceerde Tsjerkepaadflagge. De 7e juli was de tweede zaterdag waarop in Workum bij de St. Gertrudiskerk op de Merk de 'beanhearre'- een uit hetoosten komende zomerwind – de vrolijk gekleurde banier in beweging bracht. Nog tot en met 9 september zal dat bij alle deelnemende kerken elke zaterdag van 13.30 uur tot 17.00 uur het geval zijn. Belangrijk is dat men tijdens deze openingstijd geen entree – altijd bedoeld om het majestueuze gebouw in stand te houden - hoeft te betalen, maar een vrije bijdrage...
 |
Het gebouw van de St. Gertrudis is in binnen- en buitenland bekend om zijn unieke serie gildebaren, die dan natuurlijk te bezichtigen zijn. Maar het kerkbestuur van de PKN-gemeente heeft als extra 'attractie' - waar elders het orgel wordt bespeeld of een koor optreedt - een vijftiental schilderijen in de kerk geëxposeerd van de Heidenskipster autodidact Marten Groenhof. De getoonde werken, waaronder zijn laatste schilderij dat helaas door zijn overlijden in 1978 onvoltooid is gebleven – de nog schetsmatige opzet geeft een verrassend inkijkje in de werkwijze van de schilder - komen uit de nalatenschap van de begin dit jaar overleden Ittje Groenhof-van der Wal, zijn echtgenote.
Voor de nieuwsgierige bezoeker volgt hierna alvast enige informatie over de persoon van Marten Groenhof, van wie in deze regio maar ook in het buitenland, met name bij geëmigreerde streekgenoten, een (of meer) schilderij(en) de wand(en) van woning en kantoor sieren; Trsesoar, Leeuwarden, onze nationale bewaarplaats van kunst, cultuur, literatuur en historisch archief, bezit een sk0tsjeschilderij van zijn hand.
Marten Groenhof werd geboren in 1925 op de boerderij aan de Feandyk in lt Heidenskip. Als kind kon hij zich uitstekend vermakenmet tekenen. Toen de overstap naar het vervolgonderwijs moest worden gemaakt, zinspeelde de meester die de aanleg van Marten en de ambitie wel degelijk had opgemerkt, op een opleiding in die richting, maar het werd de landbouwschool, want oP de ouderlijke boerderij was werk genoeg. Zoals blijkt uit deze kleine tentoonstelling, heeft de kunst hem echter nooit met rust gelaten. Marten werd dus boer, maar toen hij eenmaal zelfstandig met zijn vrouw een boerderijtje aan de Heidenskipsterdyk betrok, fabriceerde hij zelf achter het bedrijfsgedeelte, waar een achttal koeien kon worden gehouden, zijn atelier, het 'skildershokje' in zijn eigen bewoordingen. Bovendien was er plaats voor een paard, toen nog onmisbaar voor het bedrijf. Hij ontwikkelde zich tot een verdienstelijk schilder, in de traditie van de Greonterpster Gerben RYpma (1878-1963), boer, schilder (landschappen, dieren en Portretten) en dichter (natuurlyriek) en eveneens bijna geheel autodidact. Maar het toont eveneens invloed aan van Ids Wiersma, Egnatius Ydema en anderen. Toen zijn talent eenmaal bekend raakte verzochten velen hem bijvoorbeeld als huwelijkscadeau of voor een jubileum een schilderij van de betreffende boerderij, woning of boot, sk0tsjes vooral, te maken. Portretten zijn er niet bekend, maar dat hij zich daarin zeer goed kon uitdrukken bewijst het als eerste in deze tentoonstelling opgenomen zelfportret.
Naast het vangen van het licht, de wolken, de sfeer van 'it Heidenskipster gea', zeg maar, had hij een grote voorliefde voor zeilen, scheepvaart. Misschien kwamen de genen die daarvoor verantwoordelijk waren wel bij zijn grootvader vandaan die ooit schipper was maar boer werd in It Heidenskip. Omdat zijn boerenbedrijf soms wel enige tijd liet om ander werk te doen, skewielde, hielp hij collega-boeren wel met timmerwerk, want met hamer, beitel, zaag en zweihaak kon hij uitstekend uit de voeten. Al zijn kennis van het timmervak kon hij kwijt in de restauratie van de oude tjotter Friso, een klein sierlijk type zeiljacht, die hij gekocht had.
Dat bracht hem ertoe een eigen tjotter te ontwerpen en te bouwen, op de traditionele manier, 'in bealch fol wurk.' Het scheepje kreeg de naam Avent0r', want het was natuurlijk een avontuur om dit project te voltooien en meer misschien nog hoe het scheepje zich zou houden, eenmaal in de
vaart gebracht. In 1969 was de meesterproef geslaagd te noemen. Toen won hij samen met broer Pieter als bemanningslid een eerste prijs met de 'Aventûr' bij het hardzeilen! Ook wordt zo duidelijk waarom er tientallen schilderijen met sk0tsies, hij zag ze vanaf het ouderlijk erf over de Fluessen scheren, Friese jachten of andere schepen van zijn hand zijn. Bedenk daarbij dat een van zijn ogen bijna geheel niet functioneerde zoals het hoort, zodat hij nauwelijks een driedimensionaal beeld van de werkelijkheid had, en men zal nog meer bewondering krijgen voor de onmiskenbare picturale en schildertechnische talenten van deze autodidact. Hij stierf als gevolg van een ernstige ziekte, waartegen hij geen verweer had, op 5 november 1978. Marten Groenhof wist als geen onder de sfeer van'it Heidenskipster gea 'in zijn werken op te roepen.
Bron: workumer krant FRISO
<< Terug
|