29 - 03 - 2015 - De Belgenreed, een liefdesgeschiedenis uit WO I
De Belgenreed, een liefdesgeschiedenis uit WO I
Vorig jaar verscheen een, deels historische, roman met de titel ‘de Belgenreed’. Dit boek is geschreven door Ida van Dessel en Pieter Folmer en vertelt de geschiedenis van een Belgische militair uit WO I, die na de val van Antwerpen in 1914 naar Nederland vluchtte. Na veel omzwervingen belandt hij uiteindelijk met circa drieduizend lotgenoten in de regio Gaasterland, waar ze werden ondergebracht in een voormalige steenfabriek te Rijs. Op een bepaald moment mag deze soldaat Frans Antoon van Dessel aan het werk bij de ijzerhelling van de familie Zwolsman in Workum, die door de mobilisatie van het Nederlandse leger moeilijk aan bekwame vaklieden kon komen om op tijd de orders uitgevoerd te krijgen. Zo ’n vakman was Frans Antoon van Dessel en hoe hij dispensatie heeft gekregen om het kamp in Rijs te verlaten is niet duidelijk. Wel heel duidelijk is het feit dat hij in Workum verliefd werd op Ida Hoekstra. Dat leidde tot een huwelijk en uiteindelijk ook tot het vertrek van Ida met haar echtgenoot naar België, nadat de wapenstilstand een feit was geworden. Toen Frans van Dessel echter al op jonge leeftijd overleed, keerde Ida Hoekstra al snel met haar twee zoontjes, Johannes Louis (Wannes in het dagelijks leven) en Jan Jottje (Jokke) naar Workum terug. Zij werkte hier onder andere bij de wasserij, die (nog steeds) bekend staat als ’Sirius, de heldere’. Haar twee kinderen groeiden hier op en na de tweede wereldoorlog kozen deze twee jongens om diverse redenen voor terugkeer naar België. Wel namen zij beiden een echtgenote mee uit Fryslân, Wannes kreeg verkering in NIjemirdum en Jokke vond zijn geliefde in Workum, het stadje dat hij nimmermeer kon vergeten en zijn leven lang zeer aan gehecht is geweest.
Hoe de liefde van Frans Antoon van Dessel en Ida Hoekstra gestalte kreeg daarover ging vrijdagavond in restaurant ’t Foarhùs in Nij Mariënacker, de lezing – een initiatief van de Oudheidkundige Vereniging Warkums Erfskip en de Aktiviteitenbegeleiding van genoemde instelling - die de beide auteurs, van wie Ida een dochter van genoemde Wannes is, die in de oorlogsjaren hier onder meer met een ijscokarre ventte. Pieter Folmer is een jeugdvriend van haar uit Bakhuizen, die ze als ‘opslûpen fanke’ ontmoet had tijdens de zomervakanties bij de Friese pake en beppe in Gaasterlân of ooms en tantes van de familie Hoekstra in Workum. De ‘hereniging’ van deze vriendschap vloeide onder meer voort uit het feit dat er enkele jaren terug voor de in Rijs gestorven Belgen een gedenksteen op het kerkhof aldaar werd geplaatst, waarbij nabestaanden van die Belegen waren uitgenodigd de ‘onthulling’ bij te wonen. En zo werd de kiem gelegd voor deze roman, want met het klimmen der jaren stijgt vaak de interesse voor wat is geweest. Bovendien is zo ’n verhaal redelijk uniek. Aldus besloten beiden zich aan een geromantiseerde versie van dit huwelijk en de nasleep ervan te wagen, die onder meer een bepaalde erfelijke ziekte in beeld bracht. Uiteraard werd ook het begin van WO I kort uitgelegd, want wij zitten nu midden in de herdenking van die Grooten Oorlog, waarover inmiddels duizenden boeken en verhalen zijn geschreven. Dat Ida van Dessel en Pieter Folmer daarmee een interessant stukje geschiedenis ook en vooral van Warkum en Gaasterlân geromantiseerd tot leven hebben gewekt is een pluspunt, zoals de lezing dat ook was.
<< Terug
|