03 - 01 - 2015 - Wel belasting roerende woon- en bedrijfsruimten
Wel belasting roerende woon- en bedrijfsruimten
Jacob Bouwhuis
Van alle onroerende zaken in de gemeente wordt Onroerende Zaak Belasting (0ZB) geheven.
Deze inkomsten vormen een bijdrage in de algemene kosten van de gemeente. Als de ruimte echter roerend is, dan kan de gemeente op dit moment geen belasting over deze objecten heffen. In het kader van het gelijkheidsbeginsel vindt het college dit niet terecht. De burgers die in een roerende ruimte wonen maken immers eveneens gebruik van alle gemeentelijke voorzieningen.
De belasting op roerende ruimten wordt geheven voor woon- en bedrijfsruimten die duurzaam aan een plaats zijn gebonden en dienen tot permanente bewoning en of permanent gebruik.
Het gaat dus om ruimten die een vaste lig- of staanplaats hebben.
Ook een aansluiting op de nutsvoorzieningen is een aanwijzing voor duurzaamheid en de ruimte moet het hele jaar door gebruikt kunnen worden.
Een recreatieve woonark of stacaravan die in de wintermaanden niet gebruikt kunnen worden, zijn niet geschikt voor permanente bewoning of gebruik. Deze ruimten worden dan ook niet belast. Er zijn in de gemeente 70 woonarken en 46 stacaravans die in aanmerking zouden komen voor belasting op roerende ruimten. Het college schat de opbrengst voor deze roerende ruimten jaarlijks op ongeveer 7000,-. Helaas zijn de kosten om deze belasting te berekenen en te innen vrij hoog. Dit komt omdat alle betrokken ruimten jaarlijks gewaardeerd moeten worden. Vooral het eerste jaar zijn de kosten hoog doordat er een inventarisatie moet plaatsvinden en een administratie moet worden opgebouwd. Het college schat de kosten van dit proces voor 2015 op 20.000. In de daarop volgende jaren zullen de kosten ongeveer €10.000 bedragen. Het mag kortom duidelijk zijn dat de invoering van OZB op roerende woon- en bedrijfsruimten enkel negatieve resultaten zal opleveren.
Die rekensom hadden enkele raadsleden, bij de behandeling van dit voorstel tijdens de raadsvergadering van afgelopen donderdag 18 december, ook al gemaakt.
Niet aan beginnen, oordeelde Hielke Bandstra [WD) kort en bondig. Dit vele werk met mogelijk een grote hoeveelheid bezwaarschriften of kwijtscheldingen levert enkel een negatief resultaat op, zo vond Angeline Kerver (GroenLinks). Destijds hebben we de hondenbelasting afgeschaft omdat deze vorm van belasting geld kostte. Daarom moeten we niet aan deze belasting verordening meedoen.
Niemand heeft voordeel van het invoeren van deze belasting, zei Klaas Jan Semplonius (Totaal Lokaal). Het heeft geen meerwaarde en slaat bovendien een gat in de al krappe begroting.
Hans Hettinga [CDA) hechtte wel aan het gelijkheidsbeginsel. Iedere burger die gebruik maakt van gemeentelijke voorzieningen moet daarvoor de rekening betalen, ongeacht of men nu in een gewone woning of in een woonark verblijft, Die gedachte was ook het uitgangspunt van het college,zo merkte wethouder Maarten Offinga op. Inderdaad kost het gelijkheidsbeginsel de eerste jaren geld, maar op termijn is het de bedoeling dat het resultaat rond de nullijn uitkomt. De wethouder kreeg de coalitie-partijen CDA, PvdA en FNP achter zich en zo haalde het voorstel een nipte meerderheid.
Bron: workumer krant FRISO
<< Terug
|