01 - 03 - 2014 - Aan minister Economische Zaken
Jacob Bouwhuis
In een brief op poten richting minister Kamp (Economische Zaken) en het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân stelt het college in grove lijnen het volgende. De gemeente is bereid mee te werken aan de realisatie van 530,5 megawatt vermogen uit windenergie in de provincie Fryslân. Erkend wordt dat, gelet op de aard en ligging van de gemeente, een groot deel van de provinciale opgave in onze gemeente gerealiseerd zou kunnen worden. Dat geldt overigens ook voor andere delen van onze provincie, zoals het noordelijk kustgebied.Tegen de komst van een megawindmolenpark in het IJsselmeer bestaat grote weerstand, gelet op de mogelijke schade die dit met zich mee kan brengen voor recreatie en toerisme, de leefomgeving, het ecologische systeem en de scheepvaart. Verder vraagt de gemeente zich in de brief of waarom realisatie van windenergie op de Afsluitdijk vooralsnog niet aan de orde is. Voordat deze optie niet grondig is onderzocht, ziet de gemeente geen aanleiding mee te werken aan de komst van een windpark in het IJsselmeer.
De gemeente is inmiddels al ingeseind door de plaatsvervangend directeur Energie en Duurzaamheid van het ministerie, Roosdorp, dat de zienswijze van onze gemeente niet wordt gedeeld. Integendeel, de procedure met betrekking tot de opstelling van het Rijks inpassingsplan zou niet kunnen worden stilgelegd, ook niet wanneer de initiatiefnemer, Wynpark Fryslân, daarmee zou instemmen. Het college constateert dat de positie van de initiatiefnemers van Wynpark Fryslân op deze manier steeds verder wordt verstevigd. Volgens het college zou het in het normale verkeer tussen overheden onderling betamelijk zijn geweest als er rekening zou worden gehouden met de gevoelens die er leven in onze gemeente, door een bredere afweging te maken. Bij deze afweging zouden ook de mogelijkheden voor wind op het vasteland en op of bij de Afsluitdijk moeten worden betrokken.
<< Terug
|