26 - 04 - 2013 - herdenkingsconcert 4 mei
herdenkingsconcert 4 mei
Doopsgezinde Kerk Workum, 20.45 u.
Lija Hirsch ( zang)
Gertru Pasveer (harp)
Peter de Leeuw (viool)
Nico ter Linden (verteller)
4 mei in Workum: herdenkingsconcert
Op 4 mei is er weer het jaarlijkse herdenkingsconcert in Workum. als vanouds in de intieme ruimte van de Doopsgezinde Kerk in Workum.
Dit jaar een concert met een muziekstijl, die regelmatig terugkeert tijdens de herdenkingsconcerten, nl. jiddische en chassidische muziek.
De uitvoerenden zijn geen onbekenden in Workum: Lija Hirsch en Nico ter Linden waren hier ook al in 2007, toen met muziek van Mordechai Gebirtig. Nu samen met harpiste Gertru Pasveer en violist Peter de Leeuw.
De Jiddische taal is de taal van de Joden in Oost-Europa. De oorsprong van deze taal gaat terug tot in de vroege middeleeuwen. De joden trokken na de verwoesting van de Tweede Tempel van Jeruzalem (rond 70 na Christus) richting Italië en later naar Frankrijk. Het Jiddisch dat daar ontstond, was een mengelmoes van het oorspronkelijke Aramees (vanuit Jeruzalem), het Hebreeuws (de taal van de religie) en het Middelhoog Duits dat in hun nieuwe woongebied werd gesproken. Daar kregen ze toen voor het eerst te maken met onderdrukking: ze werden het slachtoffer van de fanatieke kruisvaarders die op doortocht naar het beloofde land iedereen die ze op hun weg tegen kwamen en die anders ten opzichte van het geloof stonden dan zij, naar het leven stonden. Veel joodse burgers vluchtten toen vanuit het Rijnland oostwaarts, vooral richting Polen. Hun Jiddische taal werd daar tevens beïnvloed door de slavische talen. Het Jiddisch bleef lang de taal voor het dagelijks gebruik. Het Hebreeuws bleef de voertaal voor de religie. In de loop van de 19e en het begin van de 20e eeuw werd het Jiddisch ook de taal van de intellectuele cultuur (met name in Oost-Europa).
Tegenwoordig wordt het Jiddisch nauwelijks nog als spreektaal gebruikt. Maar door kunstenaars en wetenschappers wordt deze taal tegenwoordig weer gekoesterd als een dierbaar bezit. O.a. door veel muzikanten die niet alleen de oorspronkelijke liederen weer zingen maar die ook nieuwe muziek schrijven in de stijl van de Jiddische muziek van voor de oorlog. Het is muziek waarin wordt gezongen en gespeeld over de armoe, honger en verdriet van de Joodse bevolking. Maar ook klinkt er iets door van vastberadenheid en van hoop op een betere toekomst. In die zin is deze muziek vergelijkbaar met de blues van de Amerikaanse negerbevolking.
Chassidische muziek heeft haar oorsprong in het Chassidisme. Het chassidisch jodendom (ook bekend als chassidisme) vindt zijn oorsprong in Oost-Europa. De grondlegger was rabbijn Yisroel ben Eliezer (1698-1760), bijgenaamd de Ba'al Shem Tov. De richting is opgesplitst in vele tientallen grotere en kleinere chassidische groepen. Karakteristieken zijn onder andere de sterke verbintenis met rabbijnen (Rebbes) die religieuze leiding geven aan die groepen en het bijzonder uitbundig vieren van feesten, door middel van chassidische dansen en klezmermuziek.
Door haar verbondenheid met de vroegere Joodse gemeenschap vormt de Jiddische muziek een emotioneel sterk element in de vele herdenkingen die overal in Nederland plaatsvinden. Mede door haar unieke karakter van zowel diepe melancholie als tegelijkertijd een bijna onverwoestbaar optimisme, is deze muziek het ultieme voorbeeld van de mogelijkheid om de 4 mei-herdenking niet alleen een sfeer te verschaffen van een in memoriam voor de miljoenen overleden en nog levende slachtoffers van de oorlog, maar ook om deze herdenking de functie te geven van bezinning in onze huidige maatschappij, waar zowel in het groot als in het klein oorlog en pesterijen nog aan de orde van de dag zijn. Het optimisme in de Jiddische muziek staat dan symbool voor de hoop op een menswaardiger bestaan in een wereld met meer respect en tolerantie dan waarmee we nu dagelijks worden geconfronteerd.
<< Terug
|