06 - 03 - 2013 - Museumregistratie feit
Jacob Bouwhuis
In het nieuwe museumbeleid voor de gemeente Súdwest-FrysIân worden een viertal centrale doelstellingen nagestreefd. De eerste behelst het in stand houden van de musea die op kwalitatieve wijze bijdragen aan het bewaren, ontwikkelen en uitdragen van de identiteit en de geschiedenis van onze regio. De tweede doelstelling is het geven van mogelijkheden tot het tentoonstellen van waardevolle collecties. Enkel het uitstallen van voorwerpen volstaat niet. Aan de bezoeker moet een verhaal worden verteld, de collectie wordt ontsloten en toegankelijk gemaakt voor publiek. De gemeentelijke overheid ondersteunt musea die voldoende interesse van het publiek hebben. Het ondersteunen van 'toekomstbestendige' musea die cultureel ondernemerschap tonen is de derde doelstelling. Daarmee wordt bedoeld dat een museum dat een vorm van kunst tentoonstelt, hiervoor zo veel mogelijk betalend publiek probeert to interesseren en tegelijkertijd streeft naar een sluitende exploitatie van de `onderneming'. Het vierde punt is het vanuit toeristisch en economisch oogpunt vooral inzetten op het behoud van musea als voorzieningen voor als het slecht weer is.
Maar de belangrijkste punten uit de nota museumbeleid zijn wellicht de museumregistratie en een onafhankelijk onderzoek naar het bestaansrecht van de
musea. Dat onderzoek zal worden uitgevoerd door Museumfederatie Fryslân (waarbij wellicht al een aantal van de musea in onze gemeente is aangesloten). Maar het allerbelangrijkste punt is te vinden in de krimpende financier. Het mag duidelijk zijn dat ook de museumwereld niet ontkomt aan een neergaande financiële spiraal. Zo staan er voor 2014, 2015 en 2016 kortingen te wachten van 5 procent op het totale budget van de musea/ oudheidkundige organisaties. De aanvullende subsidie voor Museum Hindeloopen van € 25.000 voor dit jaar komt helemaal te vervallen. Dan wordt nog onderzocht of een fusie tot één museumorganisatie kan leiden tot verdere efficiencywinst.
Er zijn binnen onze gemeente nogal wat musea die afhankelijk zijn van overheidsmiddelen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Het leeuwendeel van die middelen gaat nu naar het Fries Scheepvaart Museum in Sneek dat dit jaar kan rekenen op € 332.772. Museum Hindeloopen krijgt € 73.200 aan subsidie, het Nationaal Modelspoormuseum ontvangt € 33.573 en de Ald Faers Erf Route € 26.422. De Gysbert Japicx Stichting, het Museum Warkums Erfskip, Stichting Bolswards Historie en Oudheidskamer, Museum kerkelijke kunst, Stichting Ald Molkwar en Toankamer it Ponthús van Stavoren ontvangen nu nog bedragen die variëren van ruim 5000 tot 2500 euro. Een zestal belangrij-
ke musea kan zich tot op heden zelfvoorzienend noemen: het Jopie Huisman Museum, het Eerste Friese Schaatsmuseum, het Houtbouwmuseum De Helling in Heeg, Kijk- en Doecentrum Nooitgedagt in IJIst, het Titus Brandsma Museum in Bolsward en het Kazemattenmuseum in Kornwerderzand. Van al deze musea trekt het Jopie Huisman Museum nog steeds het grootste bezoekersaantal dat in het museum van Jopie Huisman jaarlijks zo rond de 50.000 personen ligt. Op ruime afstand volgen dan het Fries Scheepvaart Museum met 33.000 bezoekers en Ald Faers Erf met ongeveer 25.000 bezoekers.
Alle andere musea moeten zich tevreden stellen met aantallen die oplopen van krap duizend tot bijna tienduizend bezoekers. In de discussie die afgelopen donderdagavond tijdens de vergadering van de gemeenteraad in IJlst volgde over het museumbeleid, lag het pijnpunt vooral in de registratie-eisen voor de musea. Er is veel moois te zien in onze gemeente, zo vond Angeline Kerver (GroenLinks) en dat is ook te vinden in de kleinere musea. In een amendement stelde ze dat het zonde zou zijn dat musea die bereidheid tonen voor registratie, maar waarvoor registratie niet haalbaar blijkt te zien, worden uitgesloten van opname in het museumbeleid en moeten verhuizen naar de cultuurnota.
De oproep mocht niet baten. De coalitiepartijen hielden de rijen gesloten en blokkeerden het amendement. Uiteindelijk stemden enkel de FNP en Totaal Lokaal tegen het voorstel. Klass Jan Semplonius van Totaal Lokaal vond namelijk dat het stuk zou moeten worden teruggenomen omdat een aantal musea grote moeite heeft met de voorliggen de nota.
Bron: Workumer Krant Friso
<< Terug
|