Archief:

10 - 10 - 2012 - Uitslagen Keuringsdei 2012

Jurylid Kalsbeek – “ik jureer graag in Workum” - mag als eerste van de vier voor deze Keuringsdei ‘opgetrommelde’ juryleden de beoordeling van de aangevoerde dieren aan het tot dan nog niet ‘machtich as de miggen’ opgekomen publiek expliceren. Een mooie rubriek waar de verschillen tussen de combattanten niet groot zijn, er zitten geen ‘fietslengten’ tussen - om in wielertermen te spreken – de kop en staart van het peloton.

Op kop Caudumer Hinke 137, vader Picston Shottle ET, van Maatschap S.H. & A. Haytema-Haitsma, Koudum, de fokker die menigmaal van onze Keuringsdei met roem overladen naar Koudum terugkeerde. Hinke 137 is heel best ontwikkeld, bezit veel lengte, een kwalificatie die vandaag veel door de luidsprekers rond de ring klonk, heeft een mooi gevormd kruis en beschikt over best beenwerk, dat idem wordt gebruikt. Op 1B komt de atleet met het beste uier van deze rubriek, Reeuwkje 169 van Maatschap J.&T.& R. Noordenbos, It Heidenskip. Zij is een ruim ontwikkelde dochter van Huijben Red Tequila. Heel degelijk gebouwd, met een best kruis en droog beenwerk. Een adellijke verschijning. Op 1C vinden we de goed ontwikkelde Heidenskipster Alexander Judy van Maatschap J. & J.M. Kuipers. Zij bezit lengte, heeft een mooi kruis en goede benen en is melktypisch. Het uier bezit voldoende ‘bloei op it jaer’ en is goed opgehangen. Naast haar komt stalgenote en zuster Heidenskipster Alexander Janny op 1D. Zij is goed ontwikkeld, straalt melkopdruk uit en heeft goed beenwerk. Vader van deze beide succesvolle dieren is Golden-Oaks St. Alexander, die trots kan zijn op de gevolgen van zijn amoureus avontuurtje met Heidenskipster Shottle Silver. Alhoewel, hier zal de variant van het bekende gezegde: It is de boer allike folle…, op van toepassing zijn, namelijk: It is de ko allike folle as de KI komt as de bolle!.

Op 1^E komt een ‘matsjedoar’ uit de stal van A.M. Jorna, Gaast, Fockema-Oord Wikje 184, die iets jeugdigheid mist, maar wel een heel best ontwikkeld dier is met veel lengte, goede benen en idem gebruik ervan, waarbij de stap ruim voldoende is. Op 1F opnieuw een nazaat van Golden-Oaks St. Alexander, namelijk Heidenskipster Alexanderjabber van Kuipers, die goed ontwikkeld is, een prima, goed aangehechte uier bezit. Moriaantje 548, vader Dominator, is van veekeuringscommissielid A.R. Hylkema, Gaast. Zij is goed ontwikkeld, bezit lengte en goed beenwerk, dat goed wordt gebruikt, met name de stap levert punten op. Het uier zorgt echter voor aftrekpunten die niet voldoende worden gecompenseerd door de goede kruisvorm. Als goed slotnummer komt Geeske 232, een nazaat van Poos Stadel Classic van Maatschap Stellingwerff op 1H. Zij is goed van lengte met een ruim voldoende middenhand, maar het schort haar aan het graag geziene evenwicht in het uier - en dan met name het achterdeel ervan.

Rubriek 2, Vaarzen

Maatschap Stellingwerff mag dan met de idee dat de eerste klap een daalder waard is Honny 1, moeder Himster Honny uit de vermaarde stal van voormalig Keuringsdei-jurylid Auke Landman, Easthim, als eerste dier van de gehele keuring in de ring hebben gebracht, toch is die stoutmoedige entree niet voldoende geweest om de jury te overdonderen. Deze zeer melkrijke dochter van Poos Stadel Classic met droog en goed beenwerk moet op haar melktekens punten inleveren en dat resulteert in 1F. Met name het uier heeft in de ogen van de jury te weinig kleur, ‘to min bloei op it jaer’ is de alleszeggende kwalificatie, maar de voorspenen zijn voorbeeldig geplaatst. De koppositie is voor Haytema-Haitsma met Caudumer Hinke 149, een jonge Fiction. Volgens jurylid Van Burgsteden is zij sterk ontwikkeld, met beste benen, die ook goed worden gebruikt en deze ‘matsjedoar’ heeft ruim voldoende ‘bloei op it jaer’. Op de tweede plaats eindigt Reino 73 van Noordenbos. Deze dochter van Hs Twister is sterk gebouwd, met dito middenhand, heeft goed beenwerk maar het gebruik ervan kon krachtiger. Haar stalgenote Reino 78, die Heihoeve Delta Spencer als vader heeft, munt uit door een prachtige vierkante uier, het beste van de rubriek, dat goed is aangehecht. De ribben leveren pluspunten op maar het beenwerk levert een bemerking op, een dikke hak is daar de oorzaak van, aldus de jury. Op 1D en E worden respectievelijk de Caudumers Hinke 152 en Hinke 146 geplaatst. Beide hebben Zabing als vader. Beide konden in de bovenbouw harder zijn, waarbij Hinke 152 een goede uier bezit, dat voor voldoende melkopdruk zorgt. Haar beenwerk kon ook harder, krachtiger zijn. Hinke 146 is overigens lang gebouwd, heeft een lang uier, maar mist hardheid in de bovenbouw. De rubriek wordt afgesloten op 1F door Erna 396 van Noordenbos. Zij is goed gebouwd, heeft een mooi beaderde en goed aangehechte uier, maar mist hoogte en lengte. Net voor haar eindigt op 1G Heidenskipster Savard Regina. Zij is lang en krachtig gebouwd, beschikt over een breed uier, dat echter iets onbalans vertoont, waardoor een hogere positie vandaag geblokkeerd is.

Rubriek 3, Vaarzen

Door een viertal afzeggingen een kleine rubriek met een duidelijke koploper, Caudumer Hinke 165 van Haytema-Haitsma. Een mooi best ontwikkeld dier, met melkopdruk en voldoende lengte en breedte. Een kwaliteitsvol uier, met een mooie ophanging zorgt tevens voor de titel ‘bêste jaer’ in deze rubriek. Op 1B de melktypische lang gebouwde Heidenskipster Man O Man Anja van Kuipers. Zij beschikt over een mooi kruis met voldoende helling, en het beenwerk mag er zijn. Mist iets ‘bloei op it jaer’.

Op 1C komt stalgenote Heidenskipster Bogart Anita, die lang gebouwd is, maar de middenhand snoept punten af, terwijl het droge beenwerk weer punten toevoegt. Haar uier is van voldoende kwaliteit en goed in balans. Als laatste eindigt op 1D Veldvrouw 257 van Maatschap J.& S. van Dijk, Workum. Een dier van voldoende lengte, met een mooi kruis, waarbij het uier een bemerking krijgt, maar aldus de jury een zeer verdienstelijk, adellijk slotnummer.

Rubriek 4, Tweedekalfskoeien

Jurylid Eppinga, Sondel, omschrijft de kwaliteit als heel best, met individueel veel klasse.

Aan kop troont met een best misschien wat licht gebouwd frame en een beste uier Feanwâldster Jotan R 628 van Haytema-Haitsma. Zij is zeer correct van bouw met een zelfde kwalificatie voor het kruis. Het lint voor het beste uier mag ze eveneens in ontvangst nemen van lintendame Tianne Stellingwerff.

Op 1B komt de lang gebouwde stalgenote Caudumer Lol 285, een dochter van Dudoc Mr Burns, die scoort met een goed gebouwd voldoende robuust frame. Het uier levert in zijn algemeenheid minder punten op, maar goed beenwerk – en het gebruik er van – compenseert dat voldoende. Het podium in deze rubriek wordt vol gemaakt door Fockema-Oord Hendrina 387 van Jorna, een Ladino Park Talent-Imp ET, welke letters voor Embryo Transplantatie staan in het fokkerijjargon. Zij is een krachtpatser met een spijkerharde bouw, ruim voldoende melkopdruk op het uier en goed beenwerk.

Geeske 215, een Delta Canvas, van Stellingwerff nestelt zich met haar krachtige en goed gebouwde body op de vierde plaats. De uier levert bemerkingen op. Op 1^E dan als machtig slotnummer met een subliem skelet Caudumer Hinke 96 van Haytema-Haitsma. Deze Poos Stadel Classic telg heeft als minpuntje dat het uier als te diep wordt beschouwd, maar overigens een ongeëvenaarde ‘hekkensluiter’ in de gunstige zin van het woord.

Rubriek 5, Tweedekalfskoeien

In deze interessante rubriek ‘slacht Jorna foar master op’. Fockema-Oord Hendrina 389 en Hiltje 201 verdelen de kopposities. Hendrina 389 neemt het oranje mee naar Fockema-Oord. Maar zij staat dan ook als de ‘útrinder’ bij de jury in het boek. Is van een aansprekend melktype met een beste uier – onbetwist de beste van de rubriek – en heeft een mooi gevormd kruis. Hiltje 201 volgt op enige afstand. Is fraai en lang van bouw, beschikt eveneens over een goed gevormd kruis, is een melktypische dame, maar de uier verspeelt iets sympathie op de aanhechting. Op 1C de aansprekende jonge melktypische topper Moriaantje 531 (een Pegase) van Hylkema. Zij beschikt over hardheid in de bouw maar het uier heeft problemen waar het de plaatsing van de voorspenen betreft. Haar stalgenote Cilia 97 is een sterk gebouwde koe met een goed gevormd kruis, beschikt over goed beenwerk, maar haar uier vertoont iets onbalans. Op 1^E komt de enorm ontwikkelde Beatrix 109, vader Danilo – en, dat even terzijde, die vadernaam is binnen het Fries Paarden stamboek legendarisch – van Van Dijk. Ze beschikt over voldoende lengte met goed gevormd kruis, dat overigens niet vlakker hoeft. Het uier is van goed gehalte, maar de zichtbaarheid van de ophanging laat te wensen over.

Maatschap Stellingwerff krijgt dan met Geertje 135 de laatste primering op 1F. Een lang gebouwde koe met een goed uier. Beenwerk levert op stand en in gebruik minder positieve reacties op maar overigens ruim voldoende melktypisch; een waardige afsluiter.

Rubriek 6, Tweede kalfskoeien

Een rubriek met veel variatie – in positieve zin – tussen de kandidaten. Als subliem topnummer, ‘in echte matsjedoar’ geeft Heidenskipster Billion Eileen haar visitekaartje hier af voor een topklassering in de later te houden kampioenskeuring. Kuipers presenteert hier een dier met bijzonder veel melkopdruk, best beenwerk, een beste uier dat iets aan kwaliteit moet prijsgeven door iets te lang geachte spenen. Op 1B komt Frida 195 (een jonge Bapsi) van Noordenbos. Een sterk gebouwd dier, met sterke middenhand en goed gevormd kruis, maar het beenwerk dat goed droog is, wordt iets grof bevonden.

De top drie wordt op 1C vol gemaakt door J. Prins 257 van Stellingwerff, een melkrijk dier, dat veel hoogte vertoont met een uier van ruim voldoende kwaliteit, dat de melktypische kant van deze pommerant accentueert, beschikt over goed ‘fuotark’. Het lint voor het beste uier krijgt ze aangebonden door lintendame Margriet de Vries. Moriaantje 547 van Hylkema grijpt daaropvolgend net naast het podium met 1D. Een dame met schwung in de royale middenhand, zeer sterk gebouwd, mist in het totaalbeeld iets luxe, maar een perfecte gebruikskoe. Op 1^E de zeer melkrijke vertegenwoordiger van de fokkerij van Maatschap J. & P.Y van der Valk, Workum, Mije 2, een Delta Retro-dochter. Zij beschikt over goed beenwerk en een dito uier maar mist in de voorhand breedte. Op 1F volgt J Prins 254 van Stellingwerff, een lang gebouwde krachtige en compacte nazaat van Delta Roppa, die achterblijft in hoogte. Haar stalgenote Sietske 107 sluit de rijen. Zij mist iets melkopdruk maar is sterk gebouwd met goede benen die ze goed gebruikt. Op stand echter toont ze achter enigszins koehakkig.

Rubriek 7, Oudere koeien

De primus inter pares van deze groep lang gebouwde melktypische koeien is Reino 53, een jonge Cocktail 19, van Noordenbos. Zij toont naast de lengte een goede wigvorm, een sterk front met een mooi gevormd best kruis van mooie lengte. Ook haar directe opponent Cilia 91 van Hylkema scoort op een mooie wigvorm en beschikt eveneens over een lang gevormd en breed kruis. Het beenwerk wordt goed gebruikt en de stap is boven het gemiddelde. Op 1C Petra 65 van Van der Valk. Zij is correct gebouwd, mist wel iets hoogte, met een subliem, mooi beaderd uier, waar de speenplaatsing minieme minpunten oplevert. Uit dezelfde fokkerij komt op 1D een telg uit de binnen de familie Van der Valk beroemde Rika-staech, namelijk Rika 288. ‘In bak fan in ko’, aldus de enthousiaste Herre Kuiper, provinciaal kampioen Veebeoordelen. Zij beschikt over goede benen, maar het begin van de middenhand kon sterker, met name de aansluiting naar de schouderpartij. Op 1^E ook een fokproduct van Van der Valk, namelijk Roxy 1, een ‘nije staech’ zogezegd. Zij is correct van bouw met een mooie middenhand, droog beenwerk en een mooi uier. Fockema-Oord Hendrina 381 van Jorna sluit de rijen. Een lang gebouwde grande dame, mist iets kwaliteit in met name het beenwerk en dat vormt een beletsel om in deze klasserijke groep hoger te eindigen.

Rubriek 8, Oudere koeien

Twee beste koplopers. De beste – dy stiet der hielendal fleanend foar - van deze pommeranten is Kuipers’ Heidenskipster Damion Eileen, die al in eerdere edities van Keuringsdei schitterde. Een frame om u tegen te zeggen, een krachtpatser met grandeur en statuur, met een best uier, dat echter iets ‘âldmelk’ uitstraalt. Om haar in wielertermen te duiden: Een klasbak. Met banddikte verschil op 1B Reino 59 van Noordenbos, een Faber Red. Een ‘ferskuorrend bêste ko’ luidt de lofzang van de jury. De kruisvorm kon iets meer helling tonen, maar ‘oer alle bûgen in matsjedoar’. Op enige afstand van dit meesterlijke duo komt Dedje 459 van Van der Valk op 1C. Zij is van een goed melktype, goed in balans, met een beste uier, maar niet de allerbeste. Die titel is in de rubriek weggelegd voor haar stal- en naamgenote met volgnummer 461. Zij is een melkrijp type met een correct frame en goed in balans in de verhoudingen. Haar melkopdruk en –uitstraling is onmiskenbaar. Dat levert de al gememoreerde kwalificatie beste uier op. Dan volgt op 1^E Reino 61 van Noordenbos. Zij moest ‘stuivertje wisselen’ met Dedje 461. Reino heeft een fraai gevormd uier, idem ribben. Het beenwerk is voldoende droog en wordt goed gebruikt. De zwaar gebouwde Fockema-Oord Hendrina 382 komt op 1F. Zij beschikt over een goed gevormd kruis en een beste uier, met voldoende ‘bloei’. Delta Julie RF van Haytema-Haitsma volgt op 1G. Een lang gebouwd dier dat met een prima skelet ‘nocht oan pronkjen hat’. Het uier kon echter sterker zijn. Reino 60 van Noordenbos eist de 1H positie op, heeft een prima uier met ruim voldoende melktekens. Hylkema ziet zijn  Moriaantje 511 op de 1I positie terug, een sterke mooie gebruikskoe, die een bemerking op het uier krijgt genoteerd. Tenslotte sluit Fockema-Oord Akke 120 van Jorna deze klasserijke rubriek af op 1J. Een beste gebruikskoe met voldoende melkopdruk.

Rubriek 9, Oudere koeien

In deze ‘drege’ rubriek komen als de drie beste kopnummers Caudumer Hinke 111, Hinke 97 en Anna 61 van Haytema-Haitsma op respectievelijk 1A, 1B en 1C. Een eclatant succes dat wellicht perspectief opent op een kampioensrozet. Zover is het nog niet. Het zijn alle drie fraaie, lange melkkoeien, met diepte en goede benen. Ook de kruisvorm is bij deze dames voldoen van kwaliteit. De uiers getuigen van melkopdruk met hier en daar wel enige bemerkingen. Anna 61 verliest op de aanhechting voor en de spenen punten. Hinke 97 heeft ook op de aanhechting voor, negatieve puntjes gescoord. Fockema-Oord Hiltje 196 van Jorna finisht op enige afstand van deze eminente ‘trijekaert’. Zij is van best type met voldoende lengte, goed ontwikkeld en beschikt over een prima uier, de beste van de rubriek. Darrie 36 van Stellingwerff buigt tegen deze overmacht het hoofd. Is strijdend ten onder gegaan, toont voldoende lengte en sterkte, heeft een beste uier en idem beenwerk.  Ook Heidenskipster Laurin Sanne, van Kuipers, komt voor een koppositie te kort. Zij is van goed melktype, heeft best beenwerk maar wordt iets smal gevonden. Op 1G vinden we Delta Suamar 13 van Stellingwerff, die genoeg lengte heeft, breedte en ruim voldoende diepte bezit. Maar het uier laat het enigszins zitten in de aanhechting. Rika 294 van Van der Valk sluit de rij op 1H. Zij toont voldoende melktype heeft goed beenwerk maar laat het in stap enigszins afweten. Toch een waardige afsluiter.

Rubriek 10, Oudere kalveren

Op 1A Heidenskipster Struik Donna van Kuipers. Een dier met veel lengte in het stevige frame, heeft goede ribben, is van gewenste melktype en heeft zeer goed beenwerk. Op 1B Caudumer Hinke 199 van Haytema-Haitsma, zij mist iets kracht en degelijkheid, maar is van een fraai melktype. Kuipers levert ook de 1C kandidaat, namelijk Heidenskipster Struik Dolly, die goede benen heeft maar achterblijft in de melkopdruk. Op 1D vinden we Caudumer Hinke 208. Een zeer melktypisch dier met een goed gevormd kruis, maar het beenwerk mist iets uitstraling. Mona Liza 68 is van Maatschap F.S. & S.J. Dijkstra-de Boer, Hemelum. Een kleine krachtpatser, deze Kairo-nazaat. Heeft goede benen, kon meer melkopdruk hebben en is ‘ryklik yn kondysje’. Op 1F volgt Arwen van Maatschap R.&N.&.S. Abma-Albada/Bouma, Workum. Deze op ijsboerderij Margje 24 gefokte nazaat van Purolan Orkko straalt voldoende melktype uit en heeft een mooie middenhand. Van dezelfde maatschap is Silvie. Zij sluit op 1G de rijen. Zij mist ontwikkeling in hoogte, is zeer sterk en heeft voldoende lengte. It is in pitertuerlik keal.

Rubriek 11, Oudere kalveren

Hier vier uitlopers, waarvan er drie uit de vermaarde Fockema-Oord stal stammen. Daartussen in nestelde zich de langgelijnde, melktypische Caudumer Hinke 210 op 1C, die negatief scoorde op ‘it fuotark’. Aan kop kwam Jorna’s Hiltje 223, een heel correct gebouwd dier, dat een mooie kruisvorm bezit, beste beenwerk heeft en een goede stap toont. Hendrina 400 kwam op 1B en neemt het zilver mee naar de Gaaster dreven. Een lang gebouwde melktypische verschijning met droog beenwerk dat echter iets kracht ontbreekt. Hiltje 224 greep net naast de erelinten. Zij is mooi, correct ook, gebouwd, heeft goed beenwerk dat iets krachtiger kon en is in stap iets kort. Correct gebouwd, met een mooie diepe middenhand, dat is de kwalificatie die Gatske 243 van Maatschap J.&D. Tjalma, Parrega, de 1^E positie oplevert. Tenslotte komt de jeugdige Jelle Terpstra met Marijke 81 op 1F. Dit beste slotnummer is van voldoende lengte, maar had iets meer diepte kunnen hebben.

Rubriek 12, Oudere kalveren

Maatschap Van Dijk mag hier de gladiolen meenemen naar de Wiske. Beatrix 116 is een luxe, correct gebouwde verschijning met een goed gevormd kruis, goede benen, heeft echter een ietwat ‘iepen hakje’. Op 1B volgt Norwerth Iek Adema 375 van Maatschap M. & W.M. de Koe, Molkwerum. Een mooi ontwikkeld, degelijk kalf - van Southland Lincoln - met een mooie middenhand. Het beengebruik is goed. Betty 133 van Dijkstra-de Boer komt op de laagste trede van het ereschavot. Zij is correct gebouwd, maar mist ontwikkeling. Dat kan niet gezegd worden van Fockema-Oord Vogeltje 250 van Jorna, die ruim ontwikkeld is en voldoende lengte toont, mooi rastype ook. Margje en Maya (Abma-Albada/Bouma sluiten in die volgde de rubriek af. Margje is mooi bespierd en Maya heeft best beenwerk. Beide dieren hebben echter een andere achtergrond die niet direct aansluit bij de overige kandidaten. Toch zijn het melktypische dieren die een waardige afsluiting vormen.

Rubriek 13, Productieklasse, Einzug der Gladiatore.

Een mooie, indrukwekkende optocht van best bewaarde dieren, die middels hun productielijsten hun belang voor de respectievelijke veehouders hebben aangetoond. Op kop komt Caudumer Hinke 66 (Delta Canvas) van Haytema-Haitsma. Een dier (jaargang 2005) met een mooi, best gelijnd frame, met bovendien een prima bewaarde uier – de beste ook van de rubriek - en een productie van ruim 52.300 kg. De rastypische Etazon Saratoga-dochter Frida 170 van Noordenbos komt op 1B. Zij is vier jaar ouder als haar opponent, maar heeft nog altijd een indrukmakende middenhand en beste uier, en heeft de hoogste productie van de rubriek, bijna 80.000 kg. Haar beenwerk is nog uitstekend en met recht kan van deze trouwe dienaar gezegd worden dat zij er ‘fleanend foar stiet’. Op brons staat Alida 24 van Van der Valk. Een sterke melkkoe van jaargang 2004 met beste bovenbouw en een uier met een solide ophangband. Haar productie beloopt nu circa 57.000 kg. Ruim 58.000 kg is de productie van de op 1D geplaatste Caudumer Hinke 67 (Delta Canvas) van Haytema-Haitsma. Zij is van 2005, goed ontwikkeld met enorme lengte en breedte, diepte ook, heeft goede benen en een best uier. Jorna sluit de rij van deze toppers met respectievelijk Fockema-Oord Vogeltje 230 en Hiltje 166. Eerstgenoemde Vogeltje 230 beschikt over een gaaf frame, een goed gevormd best kruis, een best uier, dat iets grof aandoet. Haar productie beloopt 90.000 kg en zij is de oudste onder haar gelijken, want van 2000. Deze best bewaarde aristocraat uit de stal van Jorna werd trouwens speciaal gehuldigd voor het feit dat zij inmiddels ruim meer dan drieduizend kilo eiwit heeft geproduceerd. Voor deze prestatie ontving Jorna uit handen van CRV Delta vertegenwoordiger Dotinga de daarvoor beschikbaar gestelde Eiwitbokaal. De drie jaar jongere Hiltje 166 tenslotte toont een enorme ontwikkeling, met veel lengte, goed beenwerk, het kruis is het onderdeel dat puntjes afsnoept en dat geldt voor het uier eveneens, dat wordt te diep bevonden. Haar productie beloopt bijna 56.000 kg.

Rubriek 14, Jonge kalveren

Femke van Dijk is de trotse voorbrenger van Loes 108 die op 5 januari dit jaar werd geboren op de ouderlijke boerderij bij de Wiske. Het is een dier met veel lengte en kracht, heeft zeer goede benen en toont veel melkopdruk. Een 1A bekroning is het resultaat, waar het thuis oefenen natuurlijk aan heeft bijgedragen, maar dat geldt voor alle kleine voorbrengers. Wat een vertederend beeld, deze toekomstige deelnemers aan Keuringsdei, ten minste gehoopt wordt dat deze stimulans dat zal bewerkstelligen. Op 1B, 1C, 1D en 1^E  een cohort Caudumers. Eerst Hinke 216, een melkrijk dier, dat rastypisch is, echter kracht in de benen mist. Hinke 221 is zeer sterk met een mooie middenhand, haar beenwerk kon krachtiger. Hinke 218 heeft bijzonder mooie verhoudingen, goede benen, maar mankeert melkopdruk. Hinke 220 is voor Haytema-Haitsma de hekkensluiter. Zij vertoont evenals haar stalgenote 218 enigszins gebrek aan melkopdruk, maar beschikt over een goed lang kruis en goede benen. Op 1F komt G. Roland 247 terecht. Stellingwerff heeft hier een zeer sterk kalf in de strijd geworpen. Eremetaal blijkt niet voor haar bereikbaar vandaag. Zij heeft voldoende inhoud, mist melkopdruk en het beenwerk levert negatieve score op om hoger te eindigen. Op 1G komt Tjalma’s Feikje 150, die goed en evenredig is gebouwd, maar ze mist melkopdruk en dat is toch een bepalende kwalificatie, zo is vandaag gebleken. Een rubriek met mooie, sterke en aansprekende dieren.

Rubriek 15, Jonge kalveren

In deze rubriek opnieuw zeven kanshebbers voor de hoogste treden. Alle mededingers worden door Gysbert de Koe afgetroefd met Norwerth Jantje 62, geboren 20 februari 2012. Het is een correct gebouwd kalf, met idem frame, droog beenwerk en goed van lengte. Op 1B volgt Petta 23 van Tjalma die Ynte Tjalma de ijzers uit het keuringsvuur laat halen. Hij doet dat voorbeeldig. Petta heeft een mooi, hard frame, droge benen en een goed gevormd kruis. Anne de Vries leidt Dedje 384, een naam overladen met glorie in de historie van de keuring (zie een der bijgaande kaders), namens de familie Stellingwerf naar de 1C-positie. Een lang melktypisch kalf met kracht en massa, kwaliteiten die in het Dedje-laech fan Stellingwerff niet onbekend zijn. Iris Ybema begeleidt de melktypische Heidenskipster Emerald Daisy, die een goed beengebruik toont, voorbeeldig naar de 1D-positie. Thura de Boer, als begeleider al enigszins in het ‘keuringsdei-sâlt bibiten’ brengt Siene 125 (Dijkstra-de Boer) op 1^E. Een sterke donder met aansprekend front en goede kruisligging, bovendien melktypisch. Catalogusnummer 111 is vandaag voor Guus 59 van G. Terpstra, It Heidenskip. Wietske Terpstra showt deze nazaat van Maniac Ps, die sterk is, maar jeugdigheid mist, doch wel melktypisch is, professioneel door de ring; 1F is de beloning. Julian Kuipers marcheert met Heidenskipster Goldday Silly naar 1G. Een mooie melktypische afsluiter.

Rubriek 16, Jonge kalveren

Een zeer sterk dier, met lengte en goede benen –die ook zo gebruikt – met een goede evenwichtige middenhand, dat is de omschrijving die geldt voor 1A Caudumer Hinke 230. Zij mist overigens wel iets jeugduitstraling, mar dat lag niet aan haar begeleidster Lyanne Haytema. Anske Oosterhuis, ook al een jeugdige ‘oude rot’ in voorbrengersland, leidt Fockema-Oord Betje 177 naar 1B. Een zeer melkrijk type, hoeft niet smaller maar is goed van lengte en hoogte en bezit een goed gevormd kruis. Nynke Kuipers omzeilt met Heidenskipster Goldwyn Wietske zoveel mogelijk de klippen die het pad van een voorbrenger kunnen kruisen en komt op 1C, brons. Een melkrijk dier, mooi in  de verhoudingen, is wat vlak in het kruis en kort in stap, daardoor zit er niet meer in. Hildou Tjalma leidt Feikje 153 naar een mooie vierde stek. Feikje is zeer sterk gebouwd, maar laat het zitten op het onderdeel melkopdruk. Marijke 84 is goed gebouwd, toont voldoende melkopdruk maar mist volume om hoger geplaatsten te bedreigen. Toch kan Tryntsje Terpstra tevreden zijn met 1^E. Op 1F eindigt als goed slotnummer Yra (Abma-Albada/Bouma). Yara mist iets kracht maar compenseert dat door een goede melkopdruk en Ronja Bouma smaakt het genoegen om in deze rubriek het best getoiletteerde kalf te hebben; dat is een extra pluim waard.

Rubriek 17, Vee ter Opluistering

Epke Zonderland uit Ferwoude komt met een zevental dieren – Renske 68, Lena 142. Pietje 41, Floor 3, Wietske 34 en tweemaal NN - in de ring, die een duidelijk andere achtergrond – en ook kleuren - hebben dan Holstein-Friesian. Hij geeft tijdens de show van zijn best bewaarde dieren (tussen bijna 10 en twee jaar oud) uitleg over de motieven die bij hem leidden tot het kruisen van oorspronkelijke HF dieren met Oostenrijkse Fleckvieh-stieren. Hij heeft zogezegd het roer omgegooid. Natuurlijk blijft het ideaal een goede gebruikskoe, die lang meegaat, sober is, en weinig onderhoudskosten kent. Van die laatste categoriekosten geeft hij een voorbeeld: Catalogusnummer 123 is een zuivere Fleckvieh (hiem yn Súd-Dútsklân en Eastenryk) en heeft noch nimmer de ‘poatebekapper’ aan den lijve ondervonden. Toch is het dier al bijna 10 jaar oud. De afkalfperiode van zijn dieren ligt tussen mei en september. Momenteel voert zijn veestapel 50% Fleckviehbloed. Hij ziet echter dat de grootte afneemt en overweegt nu om met Zweeds roodbont vee te gaan kruisen, maar sluit niet uit dat er op zeker moment weer HF bloed in kan. De huidige productie, die gemiddeld 8600 kg is, vindt hij – hoewel het minder is dan gebruikelijk bij HF - voldoende en de uiers van de dieren leveren geen problemen op. ‘Dat is my wol nei ’t sin’, aldus de vaststelling van de duidelijk formulerende fokker, die een zekere gedrevenheid voor zijn fokdoel uitstraalt. Hij gelooft in zijn streven een koe met een betere vruchtbaarheid te kunnen fokken, die economisch gezien lang meekan en een constante productie kan leveren, die uiteindelijk de totalen van HF kunnen benaderen.

Rubriek 18, Vee ter Opluistering

Sander Bouma, in maatschap met familie Abma-Albada, buorkjend bij de Nijhuzumer brêge, in de volksmond ook nog geduid als het Tolhuis, van Gatse Schakel, heeft vijf jaar geleden het fokbeleid met zijn melkveestapel aangepast. Zijn Holsteins zijn vanaf toen ingekruist met Fleckvieh-stieren. Dat gebeurde in eerste instantie - om te proberen – met een pinkenstier van genoemd ras, via natuurlijke dekking dus. Na de uitkomsten van dit experiment besloot hij om fokstieren, onder andere Rumba, in te zetten. Het resultaat van deze exercitie loopt hier als vaars in de ring. Evenals Zonderland wil hij robuustere koeien fokken, met minder – en soberder in – onderhoud; dieren die tegen een stootje kunnen. Ze geven iets minder melk, maar kunnen dat bij goed fokbeleid dus compenseren door een langere levensduur, waardoor de totale productie hoger kan uitkomen. Sander constateert dat ze beter vruchtbaar zijn en dat levert weer geld op doordat de tussenkalftijd korter is en de productie dus eerder op gang komt. Evenals Zonderland wil hij zijn Fleckvieh-dieren verder kruisen door het Scandinavische roodbont er op te zetten. Dit vee staat bekend om fijn beenwerk, harde klauwen, vitaliteit, gezondheid en het is een melktype. De borelingen van deze kruislingen (F2 in de taal van Mendel, de monnik die mee de grondslagen legde voor de genetica, dankzij zijn beroemde experimenten met het kruisen van onder andere erwten) zullen dan weer gekruist worden met een Holsteinstier. Een van de eerste producten van deze fokrichting is de inmiddels regionaal beroemde Margje 24, die dit jaar is geboren. Hoe zij het in de toekomst gaat doen ligt nog in nevelen gehuld. De melk van het onder haar naam geproduceerde boeren(room)ijs is, totdat ze zelf een ‘keal smiten hat’ (over wellicht twee jaar) nog afkomstig van haar moeder en tantes.

Sander heeft trouwens enigszins moeite met de term ‘Vee ter Opluistering’ waaronder zijn collectie bestaande uit Anastasia. Katja, Sandra en Christina in de catalogus staat aangekondigd. Dat is natuurlijk slechts een algemeen aanvaarde benaming voor vee, van welke aard of ras ook, dat niet wordt geprimeerd. Het publiek, dat met honderden op het mooiste plein van Fryslân (uitslag van de verkiezing hiervoor van Omrop Fryslân) aanwezig was, heeft, blijkt uit reacties zijn inzending en die van Epke Zonderland niet als een soort van zeg maar ‘blinde darm’, een aanhangsel, beschouwd. Het heeft juist, aldus opgevangen reacties, met plezier en belangstelling kennis genomen van de inventiviteit en durf van deze beide inzenders, die met argumenten tegen de heersende meningen in de veefokkerij in durven te gaan. En dat soort fokkers is altijd de kracht van de Nederlandse veeteelt gebleken. Soms kwam men daar ietwat laat achter, maar steevast volgde wel een ommezwaai om weer gepast in het fokkersgareel te komen en de opgelopen schade in te halen, dankzij fokkers dus als Epke Zonderland en Sander Bouma.

Rubriek 19, Afstammelingen van een stier

Een mooie rubriek die – in kort bestek, dat wel - de invloed van vaderdieren laat zien. Op 1A, glansrijk goud, komen de nakomelingen van Zabing van Haytema-Haitsma. De rierren Caudumer Hinke 146, 152 en 165 vormen het absolute kopstuk van deze rubriek. Het zijn ‘spikerhurde rierren’ met enorm veel jeugdige uitstraling, de uniformiteit is subliem te noemen en individueel zijn het klasbakken. Ook de stier Canvas wordt ingezet op de veestapel van Haytema-Haitsma. Delta Julie RF, Caudumer Hinke 66 en 67 zijn er de uniform ogende, met lengte en breedte ‘gezegende’ producten van. De uiers dragen de bewondering van het jurykorps (eensgezind in haar oordeel) weg, verdiend zilver, 1B. Ook het brons gaat naar Caudum voor de afstammelingen van Classic: Hinke 96, 97 en Anna 61 vormen een uniforme groep lang gebouwde dieren met ‘spikerhurde poaten’; de minpuntjes komen uit de minder uniforme uiers, waarvan de kwaliteit varieert. 1D is weggelegd voor Heidenskipster Alexander Judy, Janny en Jabber, nazaten van Alexander, zoals de naamgeving duidelijk maakt. Het zijn rierren van Kuipers, die best soortig zijn en brede uiers tonen. Het beenwerk is niet eenduidig te kwalificeren en dat komt de algehele uniformiteit niet ten goede, maar een best slotnummer.

Rubriek 20, Bedrijfscollecties, vijftallen

Hele beste collecties met veel uniformiteit, men zou zich zulke dieren in de stal wensen. Moriaantje 548, 531 en 547, Cilia 91 en 97 vormen de keurtroep van Hylkema. Het zijn rastypische dieren met ruim voldoende melkopdruk en –uitstraling. De uiers en de benen zijn minder uniform dan gewenst en dat zorgt voor het witte lint, 1C. Reino 53, 59, 61, 73 en 78 vormen de roodbonte armada waar Noordenbos een gooi mee wil doen naar de 1A positie. Het zijn mooi gelijnde dieren met voldoende diepte in de ribpartijen, maar per individu is de uniformiteit niet van dien aard dat die koppositie gehaald kan worden, ze ‘stranden’, wat heet, zeer eervol op 1B. De majestueuze winnaar komt van Fockema-Oord. Wikje 184, Hendrina 382, 387, 389 en Hiltje 196 stomen redelijk onbedreigd op naar het goud. Qua leeftijd ontlopen deze dieren elkaar niet veel, erg homogeen zijn ze en mooi in balans en de kwaliteit van de benen spreekt bij de jury tot de verbeelding.

Rubriek 21, Bedrijfscollectie, vijftallen

Caudumer Hinke 97, 111, Anna 61, Lol 285, Feanwâldster Jotan R 628 vormen een quintet beste, zware melkkoeien, waarbij die kwalificatie vooral opgaat voor de middenhand, uniformiteit zit ook in het droge beenwerk. Dat levert Haytema-Haitsma 1A op. De reservekampioen oudere koeien 2011, Alida 24, Petra 65, Dedje 446 en 465, Rika 288, zijn de ijzers die Van der Valk voor deze competitie in het vuur brengt. Ze zijn minder homogeen qua uitstraling, maar individueel mooie melkrijke koeien, waarbij, vindt de jury, te veel verschil in uniformiteit bestaat tussen de twee duidelijke, mooie kopnummers en de drie secondanten.

Rubriek 22, Bedrijfscollecties, vijf- en zestallen

Stellingwerff  brengt Geeske 215 en 232, Delta Suamar 13, J Prins 257 en Honni 1 in de ring. Sterk gebouwde dieren, met goede benen en die goed gebruiken. Ondanks dat ze veel melkopdruk tonen worden ze verslagen op onderdelen door het vijftal van Kuipers. Die bracht voor deze krachtmeting Heidenskipster Damion Eileen, Billion Eileen (kampioen rierren 2011) Bogart Anita, Man O Man Anja en Alexander Anja in stelling. Met name de Eileens vormen superieur geschut, met best beenwerk; overigens kan het Heidenskipster quintet in totaliteit op best beenwerk bogen. Ook de achteruiers vormen positieve punten in het totaal en dat resulteert in 1A.

Beste Bedrijfscollectie 2012

Hier treden de drie 1A collecties voor de laatste maal deze dag in de arena. Jurylid Kalsbeek spreekt na de parade van de gladiatoren het verlossende woord. Voor de superbe uniformiteit van Haytema-Haitsma’s vijftal moet als eerste Kuipers buigen. Jorna akselt noch tsjin, mar ek syn homogene ploech moat úteinliks de holle bûge foar de readbûnte gouden brigade (de factio aurata) fan de Caudumers. Applaus klatert op, cameras klikken voor de zoveelste maal deze dag. Felicitaties van juryleden, veekeuringscommissieleden, concurrenten en willekeurige toeschouwers volgen.

Rubriek 24, Beste Toilet kalveren

Siene 125 van Dijkstra-de Boer met Thura de Boer, Hemelum, als uitvoerend toiletteerder gaat met de hoogste eer strijken.

Rubriek 25, Beste Voorbrenger

Deze felbegeerde titel wordt eigendom van Pieter Thijs Tjalma uit Parrega, die met de goed getrainde Gatske 243 zijn concurrenten de loef afsnijdt.

Rubriek 26, Koe met de beste uier

Het perfecte aangesloten uier, de goede ophangband en de voldoende lengte ervan zijn voor de jury de punten waarop in grote lijnen Petra 65 (Van der Valk) deze titel wegkaapt voor de neus van de verzamelde concurrentie. Een mooie aanvulling voor de al goed gevulde prijzenkast yn de pleats ‘Op de Hoek fan ’e Stâl’.

Rubriek 27, Kampioenschap Jonge Kalveren

De Caudumers zijn in deze rubriek redelijk oppermachtig. Hinke 221 en 216 moeten uiteindelijk de rozetten verdelen. Het oranje gaat naar Haytema-Haitsma’s Hinke 221 en voorbrenger Gert Wiebe Hiemstra, voor  Hinke 216 en voorbrenger Werner Hettinga resteert het reservekampioenschap.

Rubriek 28, Kampioenschap Oudere Kalveren.

Hier slaat Heidenskipster Struik Donna van Kuipers, met dochter Anna Jetske als voorbrenger, haar slag en verwijst met miniem verschil Anske Oosterhuis die Fockema-Oord Hendrina 400 van Jorna door de ring voerde naar de reservetitel.

Rubriek 29, Kampioenschap Vaarzen

Hier is het weer allemaal Caudumers van Haytema-Haitsma wat de klok slaat.

Kampioen Hinke 165 en Hinke 137 krijgt het reservekampioenschap toebedeeld.

Rubriek 30, Kampioenschap Jonge Koeien     

Deze titel wordt krachtig betwist door Fockema-Oord Hendrina 389 en Heidenskipster Billion Eileen. Een titanengevecht dat eindigt in het voordeel van Billion Eileen, een mooie klasserijke winnaar met adellijke manieren kan in de krans worden gehesen.

Rubriek 31, Kampioenschap Oudere Koeien

Opnieuw is de winst hier voor een telg uit de Heidenskipsterfokstal. De al eerder op een keuringsdei met lauweren omkranste Damion Eileen van Kuipers verwijst Caudumer Hinke 111 (Haytema-Haitsma) naar de reservetitel.

Dan worden de stellingen betrokken voor de laatste kampioenscompetitie.

Algemeen kampioen 2012

De J-K-R Bw-Marshall Billiondochter Billion Eileen verslaat haar stalgenote Damion Eileen en kan zich tot kampioen laten kronen. Een fraai succes voor de familie Kuipers die al zo lang, in ieder geval meer dan een halve eeuw, op de Merk triomfen viert.

Samenvattend: een interessante keuring met veel kwaliteit, in vaktermen en met veel elan en enthousiasme verwoord door de provinciale Veebeoordelingskampioen Herre Kuiper, 19 jaar oud, een belofte voor de toekomst en een aanwinst voor de rangen van het keurmeesterskorps. Het publiek heeft van de toelichtingen van deze jonge ‘agrarische conferencier’ genoten.

Bron:Workumer krant Friso