Archief:
2021 15 juli
Onrust op Camping It Soal in Workum
'Onze' skûtsjes klaar voor IFKS
Een nieuw vlaggenschip
Glasvezelstation wordt verplaatst
>> meer
2020 Muzikant
Fyftich jier lyn 31 december
Raad denkt goed om kinderen in armoede
Op de weegschaal van de tijd
Bepaald geen hamerstukken
>> meer
2019 Geweldig entertainment
Noard 74
Plaatselijk Belang
Verkiezing
'Fyts 'm it nije jier yn!'
>> meer
2018 Fyftich jier lyn
Voetbalcafé een succes
Nieuwjaarsconcert Crescendo
Bibliotheek
Tarief liggelden aangepast
>> meer
2017 Rebus
21 december 1967
Beoogd college
Duurzaamheid
Kunstbezit Súdwest-Fryslân
>> meer
2016 Life is Beautiful
Fyftich jier lyn
Wat sille we no beleve?!!
3 januari Nieuwjaarsborrel Workum
Workum van Vroeger en Nu
>> meer
2015 Carbidschieten op de Stedspolle
Fiiftich jier lyn
Workum van Vroeger en Nu
Kwart miljoen voor Culturele Hoofdstad
Album Cor Hunia
>> meer
2014 Carbid schieten
Extra raadsvergadering over lijnopstel
Een gezond 2015
‘Nieuwe woorden bij een oud verhaal’
Album Cor Hunia
>> meer
2013 Album Cor Hunia
Ernst Langhout en Johan Keus gast op n
Opbrengst Serious Request in Workum
Nieuwjaarsgroet
Workum van Vroeger en Nu
>> meer
2012 Rock en loll
Carbid schieten
Veel strijd bij het Ypie van der Werf
Loopgroep Workum zoekt trainer!
Workumse kunstenaars in Galerie De Ver
>> meer
2011 Rock en loll 2012
Een nieuwe Brijbek
Kerstnachtdienst
Skil en Nonnestrjitte
Brandweer rukt uit voor schoorsteenbra
>> meer
2010 Rock en Loll 2010
Vereniging van de maand
workum.nl agendabureau van Workum
Ypie van der Werf toernooi
Rock en Loll in voorbereiding
>> meer
2009 Rock en/of Loll
Wie maakt de mooiste winterfoto van Wo
Album Willem Twijnstra 13c en 14a
Nij Marienacker
Album Willem Twijnstra
>> meer
2008 Informatiebijeenkomst en condoleancere
Bijeenkomst in Workum druk bezocht
Vogelshow
FISKKOPPEN
Gasexplosie Buterikkers
>> meer
2007 Slotavond Workum 1100
Slot Workum 1100
Opening HIP
WINTER IN ZWEMBAD DE ROLPEAL
Slotavond Workum 1100 jaar
>> meer
|
10 - 10 - 2012 - ‘Greidebylden’ muzikaal uitgeluid
Jacob Bouwhuis verlaat na ruim 21 jaar Brij Blues
‘De greide is wer syn eigen byld’. Dat was het slot van het met weemoedige, ragfijne literaire spinnenwebben doorweefde gedicht, dat Jacob Bouwhuis (over hem verderop meer) wijdde aan de informele ‘sluitingsceremonie’ van de openluchttentoonstelling ‘Greidebylden’ van het Selskip Coöperatie 2 aan de Parallelwei nabij het station, wat heet, van Workum.
Die sluiting vond daar plaats in de locatie van Meindert en Tineke van den Akker, die de gehele zomer huis, haard, erf en dreven voor de tentoonstelling belangeloos beschikbaar hadden gesteld. De opening van dat gebeuren op 17 juni geschiedde trouwens ook met poëzie van Jacob B, zoals hij zijn werk ‘signeert’. Waar er toen sprake was van ‘farsk meand maitiidsgers, skodde, swile - en yn plestik ynpakt’ is die tijd nu vervlogen. De eerste regimenten door storm en regen afgerukte bladeren jagen over het natte asfalt van de Parallelwei, constateerde de dichter. Maar zoals in juni de zon royaal haar licht, warmte, over beemd en veld pleegt uit te strooien en die warmte de dichter inspireerde tot een soort van ‘ûngetiids-gefoel’, zo inspireerden de naderende tekenen van de herfst hem tot een poëtisch afscheid van de tentoonstelling - en de zomer. Een zomer overigens die misschien niet aan ieders verwachtingen heeft voldaan, als het gaat om zonnewarmte en daarmee gepaard gaande activiteiten. Toch heeft dat aspect van ‘die mooie zomer, die begon in mei’ velen er niet van weerhouden om een bezoek te brengen aan ‘Greidebylden’. Dat kan opgemaakt worden uit de vrijwillig bijgedragen ‘recette’ aan deze tijdelijke openluchtexpositie. Want de deelnemende kunstenaars aan deze door Stichting Brij Blues Workum georganiseerde kunstmanifestatie hebben dan wel hun werk ‘om niet’ ter beschikking gesteld, er zijn natuurlijk kosten met inrichting, promotie, etcetera, mee gemoeid. Om die reden kon de bezoeker zijn sympathie voor het initiatief uitdrukken in een donatie in een daartoe opgestelde bus, die het eerdergenoemde resultaat opleverde. De deelnemende kunstenaars Hans Blank, Dina Schouten, onze ‘eigen’Anna Minnema-de Witte (It Heidenskip), en Tineke v.d. Akker (eerst It Heidenskip, maar al weer vele jaren Workum als residentie), Bram de Smit, Evert van Hemert, Gertjan Groenendijk, geboren en getogen Workumer en daar nog steeds honkvast verblijvend Henk de Boer, tevens succesvol theatermaker, Ina Buisman, Joris Collier, Lot Brandt, Marijke van Wijk en Edwin Zwart – wellicht zijn er later spontaan werken van in dit rijtje niet genoemde kunstbroeders en -zusters ingestroomd - kunnen dus met een tevreden gevoel met hun werken huiswaarts keren. Zeker voor herhaling vatbaar en misschien kan het uitgroeien tot een zomerse traditie.
Iekje Boogaard-de Zwart had toen al in haar opening namens de Stichting Brij Blues Workum uit de doeken gedaan hoe de tentoonstelling, cum annexis, tot stand was gekomen. De kleine werkgroep, gevormd uit leden van de stichting, mocht voor het succes van de onderneming applaus in ontvangst nemen. Speciale dank en een kleine stoffelijke – wellicht ook vloeibare, te oordelen naar de vorm - blijk van waardering was er voor Cees en Anna Minnema en Meindert en Tineke v.d. Akker. Toch was er ook weemoed in haar woorden te bespeuren, niet alleen omdat de herfst dat gevoel oproept, maar enkele leden van het stichtingsbestuur hebben te kennen gegeven hun bijdrage aan de organisatie van Brij Blues Workum te willen beëindigen. Dat betekent dat er (vaak jarenlange) ervaring verdwijnt. Wij betreuren, maar respecteren natuurlijk hun besluit. Hopelijk zullen nieuwe gezichten aangetrokken kunnen worden, die met nieuwe ideeën en enthousiasme op de door de initiatiefnemers van 1991 ingeslagen weg verder zullen gaan.
Zonder die verdiensten, talenten, van de vertrekkende leden ‘ûnder it taffelswilk’ te willen schuiven, mag er voor een vertrekkend lid een uitzondering worden gemaakt. Jacob Bouwhuis is sinds de oprichting van het Brij Blues festival, wij schrijven dan april 1991, lid geweest van het bestuur. Nu vond hij, de laatste der mohikanen, het welletjes en treedt terug. Zo ’n lange staat van dienst, die hem intern reeds de bijnaam ‘de peetvader’ heeft opgeleverd, verdient een passend afscheid, aldus de voorzitter. Vanavond is het hier niet de tijd en de plaats om dat te doen. Maar op een speciale zitting van het bestuur zal hem een verrassing worden bereid.
 Gerrit Breteler |
Desgevraagd vond Bouwhuis de entertainer Gerrit Breteler, die voor deze afsluiting van ‘Greidebylden’ was ingehuurd, misschien niet zozeer een verrassing, maar zeker een lang gekoesterde wens. Deze muzikant, zanger, acteur, dichter, schrijver, schilder, schitterde onder meer in het, inmiddels beroemde, duet ‘Doe ’t God ferdwûn út Jorwert’ met Miranda van Kralingen. Daarin klinkt kritiek, recalcitrantie, door op onder meer de dolgedraaide economie, waarin de gewone, kleine luyden opdraaien voor het hebberige – ynklauwerige - en andere zwakheden van het mensdom. Bovendien hebben honderden genoten van het door hem – subtiel op rijm - geschreven toneelstuk over de personages die met hun vaak vermakelijke, hilarische – maar trieste ook - ‘lek en brek’ het café ‘de Bonte Bok’ bezoeken. Of de daaropvolgende productie van Achmea Culpa, en het volgende stuk zit eraan te komen. Workum krijgt waarschijnlijk ook de eer om dat stuk, Krimp, te horen en te zien. Deze avond was Breteler echter de troubadour, minstreel is ook passend, van luisterliedjes en ballades. Bijvoorbeeld de op muziek gezette ballade van ‘de Likeblom’ van de bruorren Halbertsma, wier Rimen en Teltsjes daarvoor de inspiratiebron vormden. Ierse, Schotse, Engelse folkmusic staat eveneens op zijn repertoire. Met slechts zijn gitaar – en een perfect uitgeblanaceerde geluidsinstallatie - als begeleiding voert hij de ‘harkers’ naar verre oorden, soms idyllisch, vaak weemoedig over dat wat verloren ging – een landschap, een geliefde - of onbereikbaar bleek, een liefde, een ideaal.
Green Fields of France roept de slag aan de Somme, Verdun, Le Chemin des Dames, kortom WO I, in herinnering. Een poëtische, maar tegelijk wrange tekst over roekeloos verspilde jonge levens, vermorzeld tussen de tandraderen en de hebberigheid van het grootkapitaal en machtswellust van heersers, aandeelhouders, industriëlen, etcetera; Stefan Brijs schreef er recent de beklemmende roman ‘Post voor mevrouw Bromley’ over.
In die zin is Breteler in het vakje van protestzanger te plaatsen. Misschien draagt daar toe bij het feit dat een oom, naar wie hij genoemd is, als soldaat in Indië het leven liet; mort pour la patrie. Op het ereveld van Semarang ligt hij begraven, tot het aanbreken van de jongste dag, waarin velen toen nog geloofden, stelt hij nuchter vast. Maar met begeleiding van zijn accordeon is het genre van het levenslied, oneerbiedig de smartlap, hem dierbaar, Met zwier, voorzover het instrument dat toeliet, vertolkte hij uit dat repertoire enkele liedjes. Het optreden van deze entertainer vormde een welluidende, ludieke afsluiting van een tentoonstelling die aan de rand van de stad een echt buitenbeentje vormde. Het ludieke karakter van de avond, waarin hij niet het voor zijn vader geschreven bekende ‘Grolschlied’ kon uitvoeren wegens het ontbreken van een piano, kreeg onverwachts een sprankelende en zeer spontane muzikale bijval van de
 Joris Collier |
exposant Joris Collier, geboren in Wales, Engeland. Hij studeerde in Cardiff aan het Art College en vervolgde die studie in de kunsten aan ‘Vredeman de Vries’ in Leeuwarden, waar hij is blijven ‘hangen’. Zijn creaties verschijnen in gemengde technieken. Daarnaast schuwt hij de publieke ruimte niet om er live-acts te doen. Bovendien bespeelt hij het nationale instrument van Wales, Schotland, Ierland, de bagpipe, de doedelzak. “En geloof me”, aldus de in kilt en schapenvachtvest gehulde performer, “het is het moeilijkste instrument op aarde”. Op die ‘lillepypkersbonge’ vertolkte hij in de tot een mooie, sfeervolle ambiance ongetoverde ‘golle’ in de schuur van Meindert en Tineke slepend, snerpend en indringend een mix van de nummers Collin Bay, Dark Isles en Itsy Fingers. Geen wonder, denk je dan bij het horen van het karakteristieke, bij vlagen angstaanjagende geluid, dat tijdens WO I de Duitsers een heilig ontzag hadden voor de Britse soldaten die onder deze klanken tegen hen ten strijde trokken. Zij voorzagen in de rigide aandoende humor van de loopgravenkrantjes de over het slagveld dolende ‘Magere Hein’ daarom vaak van typisch Schotse kenmerken, de kilt en de doedelzak.
Tot slot, wie herinnert zich niet de scène uit ‘The longest Day’. Die dag, 6 juni 1944, marcheert in Normandië de bagpiper Bill Millin van de Cameron Highlanders over het landingsstrand in de sector ‘Sword’ heen en weer. Op verzoek van de commandant van de 1ste Special Service Brigade, Lord Lovat, speelt hij daarbij temidden van ontploffingen, (machine)geweervuur en kermende gewonden redelijk onverschrokken ‘The Road to the Isles’. Bron: Workumer krant Friso
(jpdHzn)
<< Terug
|