19 - 09 - 2012 - 1e concert van Workum Klassiek
29 september, De Klameare in Workum, 20.15 u.
Leos Janácek Po zarostlém chodníèku,
(Op een overwoekerd pad) Zápisník zmizelého (Dagboek van een verdwenene)
Steven van Gils, tenor Leonore van Sloten, alt Rixt van der Kooij, piano
achtergrondstemmen:
Inkje Bakker Vronie de Vreeze Marian Speerstra
Zaterdag 29 september kunt u in de Klameare in Workum het eerste concert in het nieuwe seizoen van Workum Klassiek bezoeken. Een concert met werken van Leos Janácek: één van de meest oorspronkelijke componisten van de 20e eeuw. Romantische hartstochten in een muzikale taal die voortdurend balanceert tussen heftigheid en lieflijke tederheid. Bijzonder is hierbij vooral de ritmische kracht van zijn muziek. Dat komt omdat Janácek zijn muzikale taal baseerde op de kenmerken van de (Moravische) spreektaal. De componist noteerde daarom zeer intensief de spraakmelodieën van mensen die hij hoorde praten.
De musicoloog Martin Kaaij beschrijft dit zeer duidelijk (en humoristisch) in zijn boek 'Toonzetters' : 'Geen mens hecht er enige waarde aan als de cassière hem op donderdag 'prettig weekend' toewenst op een toon die het leven doordeweeks niet te harden maakt. In gewone conversatie blijven deze twee woorden -prettig en weekend -op ongeveer dezelfde toon, of gaan zelfs omlaag. Een opwaartse sprong van een kwart doet twijfelen aan de oprechtheid van de spreker, maar bij een sext weten we het zeker. Hier wordt ons beroepsmatig een prettig weekeinde toegewenst. Dat gebrek aan werkelijke belangstelling in ons doen en laten openbaart zich niet in toonloosheid, maar juist in de overdreven grote sprong omhoog van het eerste naar het tweede woord. Zo'n cassière zou bij Janácek nooit in zijn verzameling terecht zijn gekomen, of
hoogstens wanneer hij een pathologische leugenaar een lied zou willen laten zingen in een van zijn opera's. Voor Janácek bestond er maar één maat. Hij vond dat de emotionele lading van een tekst alleen overtuigend bezongen kon worden als de melodie overeenkwam met die van het gesproken woord'.
Spraakmelodie noemde hij dat. En die spraakmelodieën vormen de basis van al z'n muziek die hij als gerijpt componist schreef, zowel zijn instrumentale als zijn vocale werken. Beide soorten horen we op het concert. Pianiste Rixt van der Kooij speelt voor de pauze de pianocyclus 'Op een overwoekerd pad'. Aanvankelijk bestaande uit een verzameling van tien korte stukken. De titels werden pas kort voor de publicatie toegevoegd maar zij bekrachtigen de thematiek van droefenis en herinnering. Zo schreef Janácek in een brief aan de muziekcriticus Jan Branberger dat nummer 8 een herinnering is aan de dood van zijn dochter Olga in 1903. Het gaat derhalve om ongelooflijk intense poëtische miniaturen die met haast laconiek gemak een stemming of een beeld oproepen.
Na de pauze klinkt de liederencyclus 'Dagboek van een verdwenene', een werk dat is gebaseerd op een waar gebeurd verhaal uit Moravië.
In 1917 publiceert het dagblad Lidové noviny uit Brno een reeks gedichten "van de pen van een autodidact". Een redactioneel commentaar vertelt dat een jongeman sinds enige tijd op onverklaarbare wijze uit zijn dorp in de Moravische bergen verdwenen is. De enige aanwijzing zijn deze gedichten die op zijn kamer worden teruggevonden. Daarin wordt het verhaal verteld van Janícek die zijn dorp en zijn familie verlaat uit liefde voor een zigeunermeisje. De gedichten zijn bekend geraakt door de muziek die Leos Janácek erop geschreven heeft. Janácek, medewerker van het dagblad waarin de gedichten verschenen, schreef de muziek tussen 1917-1919 en betitelde zijn partituur 'Zápisník zmizelého' (Dagboek van een vermiste).
Daarbij blijkt het werk sterk autobiografische trekken te vertonen. In juli 1917 - dus ten tijde van de ontdekking van de gedichten - ontmoette de toen drieënzestigjarige componist de vijfentwintigjarige Kamila Stösslova. Een ontmoeting die voor het nodige schandaal zorgde. Kamila wordt de muze van de tien laatste jaren van Janáceks leven, zijn meest creatieve periode waarin hij o.a. de opera's 'Katá Kabanova', 'De Affaire Makropoulos' en 'Het Dodenhuis', de Glagolitische Mis, de Sinfonietta, het patriottisch symfonisch gedicht 'De Ballade van Blanik' en vele kleinere muziekstukken componeert. Bij het componeren van de cyclus stond Kamila eigenlijk model voor het zigeunermeisje uit het verhaal en Janácek was degene die voor haar huis en haard verliet. Ook al was dat in werkelijkheid niet het geval, zijn huwelijk is nooit een succes geweest en Kamila was degene die zijn hart werkelijk stal.
De liederencyclus is een werk waarin, behalve twee zangsolisten, ook een kort fragment voorkomt met een voor het publiek onzichtbaar vocaal ensemble. Een zelden uitgevoerde en indringende compositie. Behalve pianiste Rixt van der Kooij, treden zaterdagavond op de alt Leonore van Sloten en de tenor Steven van Gils. Het onzichtbare koortje bestaat uit Inkje Bakker, Vronie de Vreeze en Marian Speerstra.
Een unieke kans om deze muziek van een even uniek componist in Workum live te kunnen horen.
<< Terug
|