10 - 07 - 2012 - Reünie Oud-Workumers gezellig gebeuren

Foto: Henk Gorter
Jan Pieter Dykstra
Dêr tusken mar en greiden, dêr leit ús âlde stêd. Dit zijn de beginregels van het Warkumer Folksliet. Ze klonken dinsdagmiddag tegen de klok van half zes in de St. Gertrudiskerk met begeleiding van Harry Mast, de oud-Workumer organist, die daartoe achter het klavier van het Jan Harmensorgel was gekropen. Het moet gezegd dat de ruim zestig oud-Workumers, die hier hun openingsvergadering van de jaarlijkse reünie van de Vereniging van Oud-Workumers afsloten, zich niet onbetuigd lieten bij de krachtig rondgestrooide klanken uit het uit 1697 daterende monumentale instrument. Het lied, geschreven door oud-Workumer, wijlen Taede Elzinga, maakte bij veel aanwezigen zichtbaar emoties los, want wie pinkt er niet een traantje weg bij zoveel samengebalde nostalgie in, bijvoorbeeld, de slotzinnen van het vierde couplet: O, stêdsje fan myn dreamen, wat leist der moai en frij, Do bliuwst yn al myn tinzen, ik tink altyd oan dy. En eerlijkheidshalve moet erbij worden vermeld, dat Harry Mast, die op dit orgel een thuiswedstrijd speelde, met zijn klankrijke vertolking daar zeer zeker een steentje, of beter kei, aan bijdroeg. Hij kent het instrument als zijn broekzak, zette zijn eerste stappen op het pad van organist in deze kerk. Want vele oud-Workumers, en dan vooral die van hervormde signatuur, hebben aan dit orgel immers herinneringen, bijvoorbeeld omdat ze in de kerk getrouwd zijn, of er de doopplechtigheid van kinderen, familieleden hebben bijgewoond. Of er de laatste eer hebben bewezen aan (groot) vader, (groot)moeder, familie, kennissen. Altijd gingen die plechtigheden gepaard met orgelspel dat trouwens ook klonk bij speciale gelegenheden als concerten en bij herdenkingsdiensten van bevrijdingsfeesten. Voorafgaand aan deze muzikale bijeenkomst kregen de oud-Workumers, onder wie de 77-jarige Jan Dooper uit Amerika (loopt binnenkort de Vierdaagse van Nijmegen) en Willem en Francis van der Tuin uit Canada, een rondleiding door het laatgotische godshuis, nadat eerst in de Klameare hun jaarlijkse treffen was geopend.
Officieel begint de reünie met een vergadering met voorafgaand in de morgenuren ‘it sûnfreegjen’ en koffiedrinken. Nieuw in de opzet was dat die koffieochtend nu was samengevloeid met de jaarvergadering en in het begin van de middag plaatsvond. Voorzitter Guus Bräuner riep iedereen – en dat waren er ruim honderd - een hartelijk welkom toe en werkte daarna de agenda vlot af. Onder het genot van een geurig bakje troost en ‘kealepoat en brúne koeke’, bleek alras dat er geen schokkende zaken te melden waren. Natuurlijk werd stilgestaan bij de leden die het afgelopen jaar het tijdige met het eeuwige hebben verwisseld. Enkele ogenblikken stilte werden na afkondiging van namen van de gestorven leden in acht genomen. Ieder krijgt daardoor de gelegenheid om op zijn eigen manier aan meer of minder bekende leden, soms hechte vrienden – as ik oan myn jongesjierren, oan dat golle boartsjen tink - terug te denken. Financieel zijn de zaken gezond, de penningmeester werd bedankt zijn correcte beheer van de gelden gedurende het afgelopen boekjaar. Maar zoals de voorzitter al eerder te kennen gaf, er kunnen best nieuwe leden bij. En dat brengt dan de oude ‘gjalp’ ‘Leden, werft leden’ weer in herinnering. En het mag best nog eens gezegd, ook inwoners van Workum zijn welkom. Het jaarverslag en ander mededelingen leverden geen vraagtekens op. Bedankjes volgden voor de opstellers ervan. Zo rond de klok van half vijf sloot de voorzitter de jaarvergadering af.
Nadat de rondleiding in de vorig jaar weer in gebruik genomen kerk beëindigd was, spoedde men zich naar de Klameare, ook zo’n woord vol herinneringen aan de tijd dat jongens nog een kiel droegen, meisjes vaak vlechten in het haar hadden met een mooi gestrikt lint eromheen. Hier had Trudy van der Valk met haar staf een uitgebreid buffet gereed staan dat ‘de jokte yn de mage’ snel deed verdwijnen, zoals ingewijden meedeelden.
Later, nadat ‘it miel bihimmele wie’, verzorgden Frank Dykstra, Harry Mast en Henk Gorter, inmiddels beter bekend als CAF – de naam is een hommage aan wie ooit deze cabaretgroep ‘út de ruften holpen’ – en naar ieders wens zal die best blijvend kunnen zijn - een met liedjes, verhaaltjes, gedichtjes en anecdotes gelardeerde ‘Bonte Dinsdagavondtrein’. Het thema was dit jaar ‘de Leafde en Leauwe’. Speciaal die in Workum, die mogen wij de tekstschrijvers geloven en naar de mondelinge overlevering vaak genoeg heeft bevestigd, in ontwikkeling kwam tussen ruwweg de Noorderbazar en zo ongeveer de Merk. Dames paradeerden dan gearmd op dit traject, waarbij de heren strategisch stonden opgesteld, bijvoorbeeld bij Sido op de stoep. Was de keuze bepaald en werden er afspraakjes gemaakt dan volgde meestal, maar wel enigszins afhankelijk van het weer - een wandeling door de Tillefonnestege, waar bij of op het bruggetje, schuchter nog, de eerste kus werd ontvangen of gegeven. Hoewel de gebruikte verleidingstactieken zeer divers waren, vormde de geloofsovertuigingen een moeilijk te nemen hindernis. Twee geloven op een kussen daar sliep tot in de jaren zestig nog wel degelijk de duivel tussen. Inmiddels heeft die op dat gebied het onderspit gedolven. Maar op een humoristische manier werd deze – en andere - problematiek nog even onder de aandacht gebracht.
Rest nog te vermelden dat de gegevens voor deze impressie werden ontleend aan een gesprek dat ik met onze eigen ‘good old’ Cor Hunia had. Hij was onder de aanwezige reünisten. En zoals de meeste Workumers weten, was hij gedurende decennia het gezicht van deze krant. Bron: Workumer krant Friso
<< Terug
|