01 - 05 - 2012 - Kijkje in de politiekeuken
Albert Schootstra
Een uitermate boeiend, maar zo nu en dan ook onthullend kijkje in de keuken van de politie. Dat bond donderdagavond de 'wijkagent nieuwe Stijl' ("en dat is iets anders clan de oude wijkcoördinator") van onder meer Workum, brigadier Johan (officieel Johannes) Swieringa (55), een volle zaal in Waldrikhiem aan het Noard in Workum tijdens een aflevering van het Nieuwscafé waarmee dit centrum in korte tijd al zo veel eer heeft ingelegd. Boeiend inderdaad: Swieringa slaagde er op prachtige wijze in zijn eigen (levens)geschiedenis te verbinden met die van de Nederlandse politie en dat maakte zijn lezing buitengewoon 'smeuig'. Maar onthullend ook. Toen Johan Swieringa op 14 maart 1974 bij de politie begon, was er ten plattelande een wachtmeester van de rijkspolitie op 1000 inwoners. In de loop van de tijd I verwaterde' dit tot een politieman op 10.000 inwoners. De nieuwe, zogenaamde Robuuste Basis Teams moeten er voor zorgen dat die getalsverhouding nu een politieman op de vijfduizend inwoners zal worden. Swieringa schuwde in zijn lezing gepeperde uitspraken absoluut niet: "Al die reorganisaties hebben er toe geleid dat de praktijk is dat men mij nooit ziet. De politiek mag wel wat minder hard roepen dat het allemaal wel goed komt met de politiezorg. We hebben te weinig Indianen en te veel opperhoofden. Er zitten nu drie politiemensen binnen tegen een buiten en veertig jaar geleden (toen Swieringa dus bij de Hermandad begon, red.) was dat omgekeerd."
Betekent dit dat de geboeid luisterende bezoekers van het Nieuwscafé geconfronteerd werden met een wat cynische, uitgebluste politieman met maagkwaal zoals velen die kennen uit (met name Scandinavische) literaire thrillers? Verre daarvan. Swieringa is een politieman pur sang met het politiehart op de goede plaats, dat werd iedereen volkomen duidelijk. Zijn positieve levensinstelling houdt hem op de been. Maar: "Als er niet meer gelachen zou kunnen worden, tja, dan is het een zware baan." En hij is blij dat hij gezien zijn leeftijd geen nachtdiensten meer hoeft to draaien. Met name de diensten in de nacht van zaterdag op zondag zijn loodzwaar. "De politie is dan, zoals ik het wel eens noem, de oppasdienst van de kinderen van Freddy Heineken. Negen op de tien incidenten in de zaterdagnacht zijn gerelateerd aan alcohol." En als de mensen dan ook nog het een en ander hebben gesnoven of in de vorm van pillen aan genotsmiddelen tot zich hebben genomen, dan zijn ze "helemaal van God los", zoals Swieringa het uitdrukte. Hij vroeg er begrip voor dat de politie in de ogen van de gewone burgers' soms misschien een beetje reageert op een manier die bij die burgers wat 'lauw' overkomt. Maar als je, zoals Swieringa, als ME'er uit Friesland hebt moeten optreden bij de rellen in april 1980 in Amsterdam tijdens de inhuldiging van koningin Beatrix, of als je, en dat maakte Swieringa enkele jaren eerder mee, je eerste ongeluk als politieman met een dodelijk slachtoffer hebt meegemaakt en de eigenaar van de vrachtauto waarvan de chauffeur is verongelukt als eerste vraag heeft "Hoe is het met mijn vrachtwagen?", en je krijgt dan een telefoontje: "Plysje, myn stekje is stikken riden", tja, dan komt bij de poliman in kwestie onwillekeurig de gedachte op:’’De politie is wel erger gewend’’.
Bij de lezing waren ook de twee buitengewone opsporingsambtenaren (boa's in bet jargon) aanwezig die het voormalige Nijefurd en het voormalige Wûnseradiel als hun werkgebied hebben. Het gaat hier om Peter Jethoe (Nijefurd) en René Kuipers (Wûnseradiel). Maar ze zullen ook regelmatig buiten hun 'eigen' gebied optreden en zo zal Workum met beide mannen kunnen kennismaken. Boa's als Peter Jethoe en Rene Kuipers bewijzen dat de tegenwoordige tijd op het, laten we zeggen, 'toezichthoudende terrein' ook veel goeds brengt en daarom was het zo prima dat Peter en Rene aanwezig waren. De politie, zo vertelden Jethoe en Kuipers, houdt zich meer bezig met de (zware) criminaliteit, terwijl de boa's zich richten op de leefbaarheid van een gebied. Men kan dan denken aan - we doen een greep - zaken die voorvloeien uit de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening, afvaldumpingen, parkeerbeheer, algemeen toezicht en ga zo maar door. "Wij zijn zeg maar de ogen en oren van de politie," aldus Kuipers en Jethoe. "Wat betreft de overlast door de jeugd hebben we bijvoorbeeld een lijst van hangplekken waar we regelmatig langsrijden." De boa's kunnen van 's morgens half negen tot 's middags vijf uur gebeld worden op nummer 0515-484541. Op de koopavonden in Bolsward, Sneek en Workum - donderdag en vrijdag - kan de burger die iets heeft te signaleren bellen tot negen uur in die avonden. De boa's zijn in mei 2006 met hun arbeid begonnen in de toenmalige gemeente Sneek. Na de herindeling hebben ze de hele gemeente Súdwest-Fryslân onder hun hoede gekregen en dat betekent natuurlijk een flinke verhoging van de werkdruk voor het relatief kleine ploegje boa's. Maar hoe dat zij: de burgers moeten niet schromen de boa's te bellen.
Swieringa, die in Allingawier woont, is van oorsprong een Groningen, geboren in Niezijl. Zijn jeugd bracht hij door in de Wieringermeer. Hij spreekt perfect Fries, maar hij wilde zijn lezing toch maar liever in het Nederlands houden omdat hij zich daarin wat 'leniger' kan uitdrukken. Zijn pake en naamgever Johannes Swieringa, "in echte wâldpyk", geboren in Doezum in 1900, was een tijd- en streekgenoot (ze moeten elkaar gekend hebben) van de beruchte en in bepaalde kringen toch ook wel wat vereerde IJje Wijkstra (1895-1941), de man die in januari 1929 vier rijksveldwachters doodschoot nadat zij hadden gepoogd Aaltje Wobbes-van der Tuin bij hem vandaan te halen. Aaltje had haar zes kinderen in de steek gelaten en was bij de vrijgezel IJje in getrokken. Haar man zat op dat moment in de gevangenis. De officier van justitie in Groningen wilde Aaltje horen in verband met 'de moedwillige verlating van haar minderjarige kinderen'. Het kostte de vier rijksveldwachters het ]even. Een van hen, Meijer, stond in Workum voordat hij naar zijn geboortegrond in het Westerkwartier werd overgeplaatst. Het zal duidelijk zijn hoe boeiend de lezing van Swieringa door dit snort feiten was. Swieringa zelf was als jongen - lang haar, shagje tussen de lippen, opgevoerde brommer - niet echt een vriend van de politie, maar die politie zal wel gedacht hebben: met boeven vang je boeven. "Ze spraken het niet zo uit, maar het kwam er wel op neer," aldus 'onze' wijkagent.
Belangrijk is nog te melden dat de burgemeester weliswaar het hoofd van de politie is inzake de openbare orde (moet de ME worden ingezet bij te verwachten voetbalrellen?), maar dat de officier van justitie de baas is voor zo ver het gaat om het opsporen van strafbare feiten. De veelgehoorde uitspraak dat "de burgemeester het voor het zeggen heeft" gaat dus niet op. Verre daarvan zelfs. Het was een van de vele zaken die de lezing van Swieringa niet alleen zo boeiend, maar ook zo leerzaam maakten. Een goed, fijne en nuttige avond!
Bron: Workumer Krant Friso

Johan Swieringa bezig met zijn verhaal. foto: Henk Gorter
<< Terug
|