“In posityf gefoel oerhearsket, ik leau dat der wer skot yn sit”, zo typeerde een der huidige bestuursleden van Warkums Erfskip na afloop de bijeenkomst van donderdagavond 26 januari in ‘de Klameare’. Het was een informatie-avond om voor en met de leden te ‘harsensskrabjen’ over de toekomst van de vereniging. Want het mag bekend worden verondersteld dat men eigenlijk al een paar seizoenen een beetje zwalkende is. Al jaren zoekt het bestuur een voorzitter, dat lukt niet. Ook de al langer bestaande vacature in het bestuur wacht op invulling.
Het strekt Rutger Fopma, al meer dan twee decennia in die voorzittende functie actief, tot eer dat hij zijn voornemen om af te treden steeds uitstelde, alles met het oog om de boel draaiende te houden. Het gevoel overheerst dat, nadat de Waag een – zeer noodzakelijke – opknapbeurt onderging en het VVV-kantoor er op de begane grond werd gevestigd, de functie van plaatselijk historisch museum – het tonen van Warkums Erfskip – niet echt uit de verf kwam. Dat betekent niet dat de samenwerking tussen beide instanties niet goed verliep. Het tegendeel is eerder waar. De vrijwilligers van beide organisaties die de balie bemannen kunnen het goed met elkaar vinden. Zonder problemen namen vertegenwoordigers ervan dan ook zitting in de ‘groep d’Aulnay’, kortweg maar even naar de woordvoerder ervan genoemd, die in aansluiting op het rapport van Frank Dijkstra en Peter Kooijman werd geformeerd.
Dat rapport kon ontstaan doordat Frank Dijkstra, de vorig jaar benaderde beoogde opvolger van Rutger Fopma, in overleg met het bestuur als eerste wens kenbaar had gemaakt dat hij, voordat hem de hamer kon worden overhandigd, de huidige situatie wilde verkennen. Met name wilde hij zich richten op de toekomstmogelijkheden van het museum. Dat dan wel in relatie met de vrijwilligers, de mogelijkheden en de daarvoor inzetbare en mogelijke in te zetten middelen daarvoor beschikbaar. Maar, zoals hij na het welkom van Fopma verklaarde, ik ben bestuurlijk best wel ‘yn it sâlt bebiten’ maar om zo maar een analyse uit de hoed te toveren die mijn verlangens en ambities met betrekking tot de aangehaalde onderwerpen kan duiden, is andere koek. Daarom had hij in de persoon van Peter Kooijman, een deskundige op het gebied van vrijwilligersorganisaties, versterking aangevraagd om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen. Het bestuur dat had verzoek onmiddellijk ingewilligd en het resultaat – negen pagina’s A4 - had de leden via electronische post bereikt of was in een aantal gevallen per pedes apostolorum bezorgd.
Het voert te ver om het gehele rapport hier te bespreken, want een ieder heeft er al kennis van kunnen nemen, aldus Frank Dijkstra, zoon van ‘Jan en Hil, dy’t in lyts winkeltsje op it Súd’ hadden, aldus zijn betrokkenheid bij het wel en wee van Warkums Erfskip voor de aanwezige allochtone Workumers verklarend. Bovendien, mijn introductie om iets niet te doen, want dat is mijn conclusie in het rapport, komt mijzelf voor als ‘gjin bêste’ beurt in dit ‘fermidden’. Toch benadruk ik de goede verstandhouding met het bestuur en het open karakter van de besprekingen – ook met de door het rapport in het leven geroepen Klankbordgroep en Vrijwilligersgroep - heeft mij positief gestemd. Toch passen mijn ambities niet op de blauwdruk die het rapport, waarvoor veel dank mijnerzijds richting Peter Kooijman, schetst. Toch willen wij benadrukken, dat naar onze bevindingen Workum ‘in ryk erfskip’ bezit, dat het verdient om onder de aandacht van het publiek te worden gebracht. Op onze verkenningspatrouille door de vereniging heen zijn wij echter wel op enkele kritische punten en knelpunten gestuit, zoals in het rapport benoemd. Onze bevindingen zijn met de al gememoreerde Klankbordgroep besproken. Kortweg concludeerden wij dat er een drietal aanknopingspunten zijn, die waard zijn om als fundament voor de vereniging en haar doelstelling te dienen. Sneupers, onderzoekers die bijdragen leveren tot openbaarmaking van het ‘erfskip’ zijn beschikbaar. De Waag zou opnieuw moeten dienen als uitstalkast van het tastbare ‘erfskip’. Daarnaast, ten slotte, toch weer in de Waag een volwaardig museum in het verschiet. Dat laatste streven, dat binnen de Klankbordgroep ruim voldoende resonantie heeft, zal gezien de grootte van de beheerde collectie uitbreiding van expositieruimte verlangen. Met een schuin oog is daarbij al naar het nu al grotendeels overbodig geworden stadhuis van Workum gekeken. Het bestuur, aldus Fopma, heeft daarover al ruim meer dan een jaar terug middels een brief een balletje bij het gemeentebestuur van Nijefurd opgegooid. Het antwoord was toen diplomatiek: wij beslissen daar niet meer over; een soort van ‘après nous le deluge’. En het moet vastgesteld worden, dat de nieuwe gemeente niet uitblinkt in afhandeling van het gemeentelijke ‘ersfkip’, want antwoord is er nog immer niet. Vraag is ook wanneer het stadhuis beschikbaar komt. Nu is er het gemeenteloket gevestigd, maar het personeel van de gemeente heeft zo het donkerbruine vermoeden, dat aan het einde van dit jaar het licht ‘met moed, beleid en trouw’ zal worden gedoofd.
Indien dat scenario bewaarheid zou worden, gloort er misschien voor Warkums Erfskip enige hoop. Als vervelende bijkomstigheid doemt er dan een financiële puzzel op. Maar zover is het nog niet. “Kortom”, besloot Frank Dijkstra na deze spontane interruptie, “de status van ‘Aldheidkeamer’ is in onze optiek nog steeds haalbaar”. En wellicht, als laatste hint naar identieke instellingen in Workum, misschien moeten de mogelijkheden om als gezamenlijke ‘erfskipshoeders’ naar buiten een vuist te maken nog eens onder de loep worden genomen.
Daarna mocht Jaap Kerkhoven als woordvoerder van de Klankbordgroep het woord voeren. Hoewel de groep geen officiële status geniet, zijn zij tweemaal met bestuur en onderzoekers in gesprek geweest. Verschillende opties zijn onderwerp van gesprek geweest. De groep voelde zich, evenals de geraadpleegde afvaardiging van de vrijwilligers, zeer serieus genomen en een gewaardeerde gesprekspartner. Iedereen wilde positief meedenken en wellicht zitten er tussen de leden serieuze kandidaten voor een bestuursfunctie. Een volgend overleg met het bestuur kan daar helderheid in verschaffen, want het is duidelijk dat Fopma definitief stopt en de wens is geuit om naast de nodige vervanging, het bestuur uit te breiden. Zijn die wensen wellicht moeilijk realiseerbaar, de Klankbordgroep is toch vol goede wil om dat op te lossen, streeft er verder naar het weggezakte imago van de vereniging op te poetsen. Tot slot kreeg namens de vrijwilligers Madelon d’Aulnis de mogelijkheid om hun ideeën kenbaar te maken, aan de overigens niet in groten getale opgekomen leden. Als baliemedewerkers, ‘paadwizers’, hebben zij rustig afgewacht en na de laatste bijeenkomst hun gedachten geordend over wat op korte termijn (de Waag gaat 13 februari open als infocentrum) mogelijk is om het ‘erfskip’ onder de aandacht van het publiek te brengen. Het nieuwe seizoen komt er immers aan. Hun voorstel om met een kleine tentoonstelling over de geneugten (en ongemakken misschien ook) van de winter het nieuwe seizoen te openen vond zonder meer genade in de ogen van het bestuur. De vrijheid om met dat thema middels schilderijen, foto’s en attributen de Waag in te richten werd stante pede de vergadering verstrekt.
Afsluitend, aldus de aftredende Fopma, is er een beweging op gang gebracht, die door ons als positief wordt ervaren. Uitbreiding en vervanging van het bestuur heeft prioriteit, aldus de voorzitter. De Klankbordgroep kan die constatering als uitnodiging beschouwen om met ons in gesprek te gaan. Alle sprekers, meedenkers veel dank. Op de jaarvergadering in april zal hopelijk de nieuwe voorzitter ingehuldigd kunnen worden. Met een gevoel dat de donkere wolken in beweging gebracht zijn, de bui zal overwaaien keerden de aanwezige bezoekers huiswaarts.